| dbo:abstract
|
- The Germani cisrhenani (Latin cis-rhenanus "on this side of the Rhine", referring to the Roman or western side), or "Left bank Germani", were a group of Germanic peoples who lived west of the Lower Rhine at the time of the Gallic Wars in the mid-1st century BC. These Germani were first described by Julius Caesar, who was writing specifically about tribes near the Meuse river, who had settled among the Belgae before Roman intrusion into the area. Tribes who Caesar named as being among the Germani cisrhenani included the Eburones, the Condrusi, the Caeraesi, the Segni and the Paemani. Tacitus, writing around 100 AD when the region had been part of the Roman Empire, referred to these Germani next, saying that they were by his time called the Tungri. The "Germani" name had by this time become a term used more commonly to refer to many other peoples. (en)
- De Germani cisrhenani (Latijn voor "Germanen aan deze kant van de Rijn") waren Germaanse stammen die ten tijde van Caesars Gallische verovering ten zuiden en ten westen van de Rijn woonden, ten noorden van de Treveri. Daartoe behoorden volgens Caesar: de Eburonen, de Condrusi en Segni, de Caerosi en de Paemani. Tot viermaal toe zegt Caesar in zijn Commentarii de bello Gallico dat er langs "deze kant", d.i. ten zuiden en ten westen van de Rijn, Germanen woonden. Daardoor wil hij vooral laten verstaan dat die daar eigenlijk niet thuis horen, want hij zegt in zijn werk herhaaldelijk, om te beginnen in zijn inleidend hoofdstuk, dat de Rijn de grens is tussen Galliërs en Germanen. In boek II rekent Caesar deze Germanen (volgens inlichtingen van de Remi) niet tot de "Belgische" stammen. Van de Belgen zelf weet hij (steeds volgens inlichtingen van de Remi) dat ze in een vroegere periode eveneens van over de Rijn waren gekomen: "dat de meeste Belgen voortgekomen waren van de Germanen en, nadat ze lang geleden de Rijn waren overgestoken, wegens de vruchtbaarheid van de streek zich daar hadden gevestigd en de Galliërs, die in die streken inheems waren, hadden verdreven." Het is onduidelijk of de bevolkingsgroepen die door Caesar als Germanen werden beschouwd, zichzelf ook zo noemden. De Romeinse historicus Tacitus suggereert in zijn De origine et situ Germanorum (98 n.Chr.) dat de naam afkomstig is van Caesar zelf en pas later door de lokale bevolking werd overgenomen: "Sommigen verzekeren [...] ; dat er meer (stamvaders) van deze god voortgekomen en er dus meer stamnamen zijn: Marsi, Gambrivii, Suebi, Vandilii, en dat dat de echte, oude namen zijn; dat de benaming "Germanen" trouwens van recente datum is en er pas sinds kort is bij gekomen, vermits diegenen die als eersten de Rijn overgestoken zijn en de Galliërs hebben verdreven en (diegenen die ?) nu Tongeren (heten), toen Germanen genoemd zijn: en dat beetje bij beetje de naam van de bevolkingsgroep, niet die van de stam, een dusdanige betekenis kreeg dat ze allemaal, eerst door de overwinnaar om ontzag in te boezemen, spoedig ook door zichzelf, met de kunstmatige naam "Germanen" werden genoemd." Tacitus verwijst in deze passage overduidelijk naar Caesar. Ten tijde van Tacitus was het gebied van de Eburonen, die door Caesar waren uitgeroeid, bewoond door de Tongeren (Tungri). Voor een aparte Germaanse cultuur is er, althans in het door Caesar bedoelde gebied, niet echt een aanwijzing gevonden. Later behoorde het tot de provincie Germania inferior. De plaatsnaamkunde lijkt – de resultaten worden betwist – de beweringen van Caesar over de Belgen wel gedeeltelijk te bevestigen, althans wanneer wij het onderscheid Keltisch-Germaans beperken tot de klankstand. Archeologisch is er geen echte grens geconstateerd, behalve – en ook dat bevestigt ten dele een uitspraak van Caesar – wat de wijnimport betreft, die ophoudt waar de plaatsnamen met Germaanse klankstand beginnen. We kunnen Caesars beweringen over de herkomst van de Belgen en zijn herhaaldelijke vermelding van Germani cisrhenani dus niet zomaar negeren. (nl)
- I Germani cisrenani (in latino "Germani cisrhenani", "Germani al di qua del Reno") erano un gruppo di tribù che visse durante il periodo classico a ovest del fiume Reno. A volte vengono anche indicati come "Germani dell Riva Sinistra". Giulio Cesare, il primo a usare il termine, scrisse in particolare sulle tribù germaniche vicino al fiume Mosa, che si stabilirono tra i Galli belgi prima dell'intrusione romana nell'area. Le tribù che erano considerate tra i primi Germani cisrenani comprendono gli Eburoni, i Condrusi, i Caeresi, i e i Pemani, che formano collettivamente un gruppo che in seguito venne chiamato Tungri, per evitare confusione con altri "Germani". I Romani descrivevano spesso il Reno come un importante confine naturale tra la Gallia a ovest, che divenne parte dell'impero romano, e i territori germanici ad est. I Germani sul lato est del Reno erano considerati abitanti nella loro terra d'origine. Quindi questa terra non si riferiva solo alla "Germania Transrenana" (il contrario di cisrenana) ma anche, ad esempio, come Tolomeo e Strabone, come Germania Magna, che significa "Grande Germania". Si riferisce anche al di fuori del controllo romano: Germania barbara o Germania libera, a indicare che era selvaggia e incivile. Al contrario, i Germani cisrenani venivano a volte indicati come residenti nella Germania cisrenana, ma questo territorio era considerato anche parte della Gallia, e in seguito parte dell'Impero romano. Mentre i Romani credevano chiaramente che queste persone fossero collegate culturalmente e ancestralmente alle tribù ad est del Reno, oggi è ampiamente dubitato che i romani avessero ragione nel descrivere tutti i diversi popoli che chiamavano Germani come appartenenti ad un gruppo etnico. Nelle analisi moderne dei gruppi culturali, le lingue sono generalmente utilizzate come mezzo di classificazione e la famiglia linguistica moderna associata ai Germani, compresi gruppi classici come i Suebi, tra cui gli Alemanni, è oggi chiamata germanica. Ma non vi è consenso sul fatto che i Germani prima dell'impero romano parlassero tutti la stessa lingua. Infatti, i primi Germani cisrenani sembravano aver avuto nomi tribali basati su lingue celtiche, e in alcuni contesti erano chiaramente considerati Galli, o almeno Belgi. Sembra addirittura che il nome celtico si sia esteso attraverso il Reno a tribù come gli Usipeti e i Tencteri. (it)
|
| rdfs:comment
|
- The Germani cisrhenani (Latin cis-rhenanus "on this side of the Rhine", referring to the Roman or western side), or "Left bank Germani", were a group of Germanic peoples who lived west of the Lower Rhine at the time of the Gallic Wars in the mid-1st century BC. These Germani were first described by Julius Caesar, who was writing specifically about tribes near the Meuse river, who had settled among the Belgae before Roman intrusion into the area. Tribes who Caesar named as being among the Germani cisrhenani included the Eburones, the Condrusi, the Caeraesi, the Segni and the Paemani. (en)
- I Germani cisrenani (in latino "Germani cisrhenani", "Germani al di qua del Reno") erano un gruppo di tribù che visse durante il periodo classico a ovest del fiume Reno. A volte vengono anche indicati come "Germani dell Riva Sinistra". Giulio Cesare, il primo a usare il termine, scrisse in particolare sulle tribù germaniche vicino al fiume Mosa, che si stabilirono tra i Galli belgi prima dell'intrusione romana nell'area. Le tribù che erano considerate tra i primi Germani cisrenani comprendono gli Eburoni, i Condrusi, i Caeresi, i e i Pemani, che formano collettivamente un gruppo che in seguito venne chiamato Tungri, per evitare confusione con altri "Germani". (it)
- De Germani cisrhenani (Latijn voor "Germanen aan deze kant van de Rijn") waren Germaanse stammen die ten tijde van Caesars Gallische verovering ten zuiden en ten westen van de Rijn woonden, ten noorden van de Treveri. (nl)
|
