| dbo:abstract
|
- The Minoan chronology dating system is a measure of the phases of the Minoan civilization. Initially established as a relative dating system by English archaeologist Sir Arthur Evans between 1900 and 1903 based on his analysis of Minoan pottery during his excavations at Knossos on Crete, new technologies including carbon dating and DNA analysis have led to significant revisions to the date ranges. The Minoan Bronze Age period is divided into "Early Minoan" ("EM"), "Middle Minoan" ("MM"), and "Late Minoan" ("LM"), each sub-divided by Roman numerals I to III, and in many cases by a further "A" or "B," so, for example, "MM IIIB." In 1958 Nikolaos Platon proposed a new chronology at the Prehistoric Conference in Hamburg, based on the development of the architectural complexes known as "palaces" at Knossos, Phaistos, Malia, and Kato Zakros. In it, the terms "Pre-palace," "Old Palace," and "New Palace" were to replace Evans' scheme. The academic community accepted the scheme but not as a replacement, simply stating where in Evans' system the new terms fit. They are now usually called Prepalatial, Protopalatial, Neopalatial, and Postpalatial in English. (en)
- De Minoïsche chronologie is een poging tot datering van de gebeurtenissen, heersers en dynastieën uit de Minoïsche beschaving. De eerste chronologie werd opgesteld door archeoloog Evans. Zijn onderbouwingen worden tegenwoordig niet meer aangehangen, maar zijn raamwerk is nog steeds veelgebruikt. Evans baseerde zijn chronologie op de later foutief gebleken Egyptische chronologie van Meyer uit 1904. Evans verdeelde Vroeg-Minoïsch (VM, of EM naar Early Minoan), Midden-Minoïsch (MM) en Laat-Minoïsch (LM). Deze perioden hadden weer onderverdelingen, gebaseerd op verschillen in de stijl van het aardewerk. vermeed de term Minoïsch en baseerde zijn onderverdeling op de architectonische verschillen van de paleizen. Hij zag daarbij vier hoofdperiodes: prepalatiaal, protopalatiaal, neopalatiaal en postpalatiaal. Problematisch bij deze indelingen is dat het een unilineaire vorm van culturele evolutie suggereert voor alle nederzettingen op Kreta. Onderlinge verschillen van stijl van aardewerk, architectuur van paleizen en bestuursvorm komen niet tot uiting in de diverse chronologieën. (nl)
- Con la definizione di cronologia minoica ci si riferisce allo schema di datazione relativa sviluppato da Sir Arthur Evans per la Creta dell'età del bronzo, basata sugli scavi iniziati e condotti da lui nel sito dell'antica città di Cnosso. Egli chiamò la civiltà che ivi scoprì minoica. Questo stesso schema venne più tardi applicato alla Grecia continentale e alle isole Cicladi per formare un piano generale per la datazione degli eventi della preistorica e storia antica dell'Egeo. La cronologia relativa è basata sulle forme e stili decorativi delle ceramiche trovate in molti siti cretesi e altrove. (it)
|
| rdfs:comment
|
- Con la definizione di cronologia minoica ci si riferisce allo schema di datazione relativa sviluppato da Sir Arthur Evans per la Creta dell'età del bronzo, basata sugli scavi iniziati e condotti da lui nel sito dell'antica città di Cnosso. Egli chiamò la civiltà che ivi scoprì minoica. Questo stesso schema venne più tardi applicato alla Grecia continentale e alle isole Cicladi per formare un piano generale per la datazione degli eventi della preistorica e storia antica dell'Egeo. La cronologia relativa è basata sulle forme e stili decorativi delle ceramiche trovate in molti siti cretesi e altrove. (it)
- The Minoan chronology dating system is a measure of the phases of the Minoan civilization. Initially established as a relative dating system by English archaeologist Sir Arthur Evans between 1900 and 1903 based on his analysis of Minoan pottery during his excavations at Knossos on Crete, new technologies including carbon dating and DNA analysis have led to significant revisions to the date ranges. (en)
- De Minoïsche chronologie is een poging tot datering van de gebeurtenissen, heersers en dynastieën uit de Minoïsche beschaving. De eerste chronologie werd opgesteld door archeoloog Evans. Zijn onderbouwingen worden tegenwoordig niet meer aangehangen, maar zijn raamwerk is nog steeds veelgebruikt. vermeed de term Minoïsch en baseerde zijn onderverdeling op de architectonische verschillen van de paleizen. Hij zag daarbij vier hoofdperiodes: prepalatiaal, protopalatiaal, neopalatiaal en postpalatiaal. (nl)
|
