dbo:abstract
|
- Als Gugler werden englische und französische Söldner bezeichnet, die Ende des Jahres 1375 unter der Führung von Enguerrand VII. de Coucy plündernd durch das Elsass über Waldshut in das schweizerische Mittelland zogen. Der Name leitete sich von ihren kalottenförmigen Helmen ab (vermutlich von mittelhochdeutsch gugel(e) „Kapuze“ aus lateinisch cuculla). Coucy stammte mütterlicherseits von den Habsburgern ab und kämpfte im Hundertjährigen Krieg. Während eines Waffenstillstands warb er 22.000 unbeschäftigte englische und französische Soldaten an. Mit diesen wollte er den Erbanspruch seiner Mutter Katharina von Habsburg († 1349), Tochter Herzog Leopolds I. von Österreich, gewaltsam durchsetzen. Ziel des Eroberungsfeldzuges waren der Aargau sowie die Städte Aarau, Bremgarten, Lenzburg, Sempach, Sursee und Willisau. Diese standen gemäss einem Erbvertrag seiner Mutter zu, wurden aber von ihren Verwandten, den Herzögen Albrecht III. und Leopold III., zurückbehalten. Anfang Dezember 1375 zogen die Gugler plündernd und raubend über den Jura und teilten sich in drei einzelne Heere auf: Enguerrand de Coucy bezog mit dem Hauptheer Quartier im Kloster St. Urban, der südfranzösische Hauptmann Jean de Vienne im Kloster Gottstatt und der walisische Hauptmann Owain Lawgoch (Ivo von Wales) im Kloster Fraubrunnen. Der Raubzug wurde in der Gegend zwischen dem westlichen Aargau und dem Seeland fortgesetzt. Dabei wurden die Städtchen Fridau und Altreu vollständig zerstört. Die Bewohner der betroffenen Gegend, unter ihnen Petermann I. von Grünenberg von seiner Burg Grünenberg, sowie der Burg Aarwangen aus, die ihm Coucy allerdings verbrannte, und später auch der Stadt Bern organisierten den Widerstand und fügten den einzelnen Heeren bei nächtlichen Gefechten beträchtliche Verluste zu, am 25. Dezember bei Buttisholz, am 26. Dezember bei Ins und am 27. Dezember entscheidend bei Fraubrunnen. Die Winterkälte, aber auch die Unerschrockenheit der Einheimischen bewogen die Gugler zum Rückzug, das Hauptheer von Coucy kam gar nicht mehr zum Einsatz. 1376 zogen sich die Gugler wieder zurück, ohne dass irgendeines der Kriegsziele erreicht worden wäre. Coucy erhielt im Jahr 1387 in einem Vergleich mit Albrecht III. die Herrschaft Büren und die Hälfte der Stadt Nidau als Pfand zugesprochen. Doch bereits ein Jahr später ging sein Besitz an die Städte Bern und Solothurn verloren. (de)
- The Guglers (also Güglers) were a body of mostly English and French knights who as mercenaries invaded Alsace and the Swiss plateau under the leadership of Enguerrand VII de Coucy during the Gugler War of 1375. (en)
- De Gugleroorlog of de Zwitserse veldtocht van Coucy was een oorlog in de winter van 1375-1376 in de Elzas en in Zwitserland. Tijdens een wapenstilstand in de Honderdjarige Oorlog tussen Engeland en Frankrijk trok een leger van ruim 20.000 Franse en Engelse soldaten, onder leiding van Engelram VII van Coucy, op plundertocht over de Franse oostgrens. De naam komt van het woord gugel (ook gügel, van het Latijn cuculla), dat is een soort kap die de soldaten droegen. Engelram was als heer van Coucy een van de voornaamste Franse seigneurs. Door zijn huwelijk met de dochter van de Engelse koning had hij ook aanspraken in Engeland. En door zijn afstamming langs moederszijde van de Habsburgers meende hij ook gebiedsaanspraken te maken in het Heilige Roomse Rijk. Zijn doel was de verovering van de Aargau met Aarau en Bremgarten, en daarnaast ook Lensburg, Sempach, Sursee (gemeente) en Willisau (gemeente) in het kanton Luzern. Deze gebieden hoorden bij de erfenis van zijn moeder maar waren door haar verwanten, de hertogen Albrecht III en Leopold III van Oostenrijk ingenomen. De Franse koning steunde Coucy's onderneming want dan waren al die werkloze Franse en Engelse ridders en huursoldaten het land uit. Onder hen bevonden zich ook de Welshman Owen Lawgoch (Ivo van Wales) en honderd ridders van de Duitse Orde. De verzamelde legers plunderden alvast in oktober en november de Elzas en de Sundgouw. Wattwiller werd uitgemoord en het klooster van Thann in de as gelegd. De Zwitserse steden reageerden lauw op de oproep van Leopold van Oostenrijk om zich te verdedigen. Zij zouden toeschouwers in deze oorlog blijven omdat de Habsburgse zaak de hunne niet was. Maar het plunderen ging verder en daartegen kwamen de inwoners in verzet. De grootste slag werd in de nacht van 26 december 1375 geleverd rond de abdij van Fraubrunnen, waar een militie uit Bern de ingekwartierde Engländer van Ivo van Wales overviel en verjoeg. Door de winterkou en het onverschrokken verzet van de Zwitsers trok Coucy zich begin 1376 weer terug, zonder één oorlogsdoel bereikt te hebben. In 1387 kreeg hij bij een vergelijk met Albrecht III toch nog de heerlijkheden Büren en de helft van de stad Nidau, maar nog geen jaar later verloor hij die aan de steden Bern en Solothurn. Met uitzondering eventueel van de Vlaamse milities in de Guldensporenslag in 1302 was dit een zeldzame keer dat stedelijke milities, die voor hun eigen zaak vochten, een groot ridderleger konden overwinnen. (nl)
- Гуглеры (нем. Gugler, Gügler) — англо-французские наёмные солдаты, вторгшиеся в 1375 году в Эльзас и на Швейцарское плато под руководством графа Суассона Ангеррана VII де Куси. Сам вооружённый конфликт известен как Гуглеровская война. (ru)
|
rdfs:comment
|
- The Guglers (also Güglers) were a body of mostly English and French knights who as mercenaries invaded Alsace and the Swiss plateau under the leadership of Enguerrand VII de Coucy during the Gugler War of 1375. (en)
- Гуглеры (нем. Gugler, Gügler) — англо-французские наёмные солдаты, вторгшиеся в 1375 году в Эльзас и на Швейцарское плато под руководством графа Суассона Ангеррана VII де Куси. Сам вооружённый конфликт известен как Гуглеровская война. (ru)
- Als Gugler werden englische und französische Söldner bezeichnet, die Ende des Jahres 1375 unter der Führung von Enguerrand VII. de Coucy plündernd durch das Elsass über Waldshut in das schweizerische Mittelland zogen. Der Name leitete sich von ihren kalottenförmigen Helmen ab (vermutlich von mittelhochdeutsch gugel(e) „Kapuze“ aus lateinisch cuculla). (de)
- De Gugleroorlog of de Zwitserse veldtocht van Coucy was een oorlog in de winter van 1375-1376 in de Elzas en in Zwitserland. Tijdens een wapenstilstand in de Honderdjarige Oorlog tussen Engeland en Frankrijk trok een leger van ruim 20.000 Franse en Engelse soldaten, onder leiding van Engelram VII van Coucy, op plundertocht over de Franse oostgrens. De naam komt van het woord gugel (ook gügel, van het Latijn cuculla), dat is een soort kap die de soldaten droegen. (nl)
|