dbo:abstract
|
- Klejovka (Espeletia) je rod rostlin z čeledi hvězdnicovité. Jsou to polodřevnaté, vytrvalé, většinou silně chlupaté rostliny s hustými růžicemi dlouhých, sukulentních listů. Jsou rozšířené výhradně v severní části jihoamerických And, kde tvoří nápadnou a významnou složku alpínské vysokohorské vegetace, známé jako páramo. Rostliny jsou komplexně přizpůsobeny drsnému klimatu tropických hor s celoročně nízkými teplotami a nočními mrazy. Rod zahrnuje asi 70 druhů, v minulosti od něj bylo odděleno několik menších rodů. Klejovka Espeletia sp. (cs)
- Die Espeletia sind eine Pflanzengattung in der Unterfamilie Asteroideae innerhalb der Familie der Korbblütler (Asteraceae). Die etwa 45 Arten gedeihen unter tropisch-montanen Bedingungen im nördlichen Südamerika. Einige Arten finden Verwendung als Heilpflanze. (de)
- Espeletia, commonly known as 'frailejones' ("big monks"), is a genus of perennial subshrubs, in the family Asteraceae. The genus, which is native mainly to Colombia, Venezuela and Ecuador, was first formally described in 1808. The genus was named after the viceroy of New Granada, José Manuel de Ezpeleta. The plants live at high altitude in páramo ecosystems. The trunk is thick, with succulent hairy leaves disposed in a dense spiral pattern. Marcescent leaves help protect the plants from cold. The flowers are usually yellow, similar to daisies. Some members of the genus exhibit a caulirosulate growth habit. The frailejón plant is endangered due to destruction of the páramo for agricultural purposes, especially potato crops. This activity continues, despite the Colombian government declaring it illegal. Since about 2010 the plants have also come under attack by beetle larvae, a moth and a fungus, some new to science but suspected to be related to climate change which allows lower-altitude species to flourish. Espeletia is well known for contributing to the world in water sustainability by capturing water vapor from passing clouds in its spongy trunk and releasing it through the roots into the soil, thus helping to create vast high-altitude subterranean water deposits and lakes that will eventually form rivers. (en)
- Espeletia, cuyos miembros son conocidos comúnmente como frailejones, es un género de plantas de la familia Asteraceae, nativas de Colombia, Venezuela y Ecuador. Comprende 175 especies descritas y de éstas, solo 73 aceptadas. (es)
- Espeletia est un genre de plantes de la famille des Asteraceae, endémique du páramo dans les Andes (frailejones). (fr)
- Espeletia is een genus dat deel uitmaakt van de familie van de composieten. Er bestaan meer dan 100 verschillende soorten. Deze worden uitsluitend in de hogere delen van de Noordelijke Andes gevonden, met name in Venezuela, Colombia en Ecuador. De grootste diversiteit aan soorten wordt in Venezuela gevonden. Lokaal staan de planten bekend onder de Spaanse naam frailejón, omdat hun rechtop staande stam en kleed van bruine bladeren doen denken aan monniken (frailes). In haar meest opvallende verschijning groeit Espeletia als een gigantische rozet. De plant heeft aan lange stam met weinig of geen takken, vaak bedenkt met een dikke laag van dode bladeren, met een kroon van wollige bladeren aan de top. Andere espeletia's hebben helemaal geen stam, maar bestaan alleen uit een grote rozet van bladeren. De dode bladeren bieden de plant bescherming tegen het ruige klimaat. De laag wollige haartjes op de bladeren bieden bescherming tegen de ultraviolette straling en tegen uitdroging. Anders dan de meeste planten op de páramo, die klein blijven, wordt de espeletia vaak manshoog en een enkele keer bereikt hij een hoogte van wel 15 meter. Een plant kan ruim 100 jaar oud worden. Espeletia-soorten worden gevonden vanaf een hoogte van ongeveer 2800 meter tot een hoogte van ongeveer 4600 meter, in variërende leefgebieden: van steile hellingen en rotsgronden tot moerassen en venen. De verschillende soorten espeletia's verschillen enorm in onder meer de omvang, de bloeiwijze en de wijze van bestuiving. Deze enorme variatie is opmerkelijk voor een genus dat naar men aanneemt minder dan 5 miljoen jaar oud is. Men ziet dit als een voorbeeld van het aanpassingsvermogen van planten aan hun omgeving. De eerste Espeletia werd in 1809 beschreven door Aimé Bonpland en Alexander von Humboldt, in hun Plantae Aequinoctiales. Zij zagen de plant in 1801, toen José Celestino Mutis hen meenam naar de páramos boven Bogota voor een botanische expeditie. Zij noemden de plant naar Don José de Ezpeleta, onderkoning van de toenmalige kolonie die de expeditie had gefinancierd. In de 20e eeuw deed de botanicus veel onderzoek naar Espeletia, en hij classificeerde de verschillende soorten. Modern moleculair onderzoek doet vermoeden dat de indeling van Cuatrecasas niet helemaal correct is. (nl)
- Espeletia é um género botânico pertencente à família Asteraceae. (pt)
- Espeletia är ett släkte av korgblommiga växter. Espeletia ingår i familjen korgblommiga växter. (sv)
- Есплеція або есплетія (Espeletia, місцева назва ісп. frailejón або fraylejón) — рід вічнозелених кущів і напівкущів родини айстрових (Asteraceae). Рід є ендеміком Північних Анд, зокрема Колумбії, Венесуели і Еквадору, та був вперше описаний ботаніком Александером фон Гумбольдтом в 1801 році. Він був названий на ім'я віце-короля Нової Гранади . Всього рід містить близько 88 видів, переважно колумбійських. Ці рослини ростуть на великих висотах в межах екосистеми парамо. Рослини мають товсте стебло, сукулентне волосате листя, розташовано спірально. Змертвіле листя утримується на рослині, що допомагає захищатися від холоду. Квітки зазвичай жовті, подібні до айстр. Всі види зараз знаходяться під загрозою у зв'язку зі знищенням парамо для сільськогосподарських потреб, особливо вирощування картоплі. Ця активність продовжується, незважаючи на офіційну заборону з боку колумбійського уряду. (uk)
|
rdfs:comment
|
- Klejovka (Espeletia) je rod rostlin z čeledi hvězdnicovité. Jsou to polodřevnaté, vytrvalé, většinou silně chlupaté rostliny s hustými růžicemi dlouhých, sukulentních listů. Jsou rozšířené výhradně v severní části jihoamerických And, kde tvoří nápadnou a významnou složku alpínské vysokohorské vegetace, známé jako páramo. Rostliny jsou komplexně přizpůsobeny drsnému klimatu tropických hor s celoročně nízkými teplotami a nočními mrazy. Rod zahrnuje asi 70 druhů, v minulosti od něj bylo odděleno několik menších rodů. Klejovka Espeletia sp. (cs)
- Die Espeletia sind eine Pflanzengattung in der Unterfamilie Asteroideae innerhalb der Familie der Korbblütler (Asteraceae). Die etwa 45 Arten gedeihen unter tropisch-montanen Bedingungen im nördlichen Südamerika. Einige Arten finden Verwendung als Heilpflanze. (de)
- Espeletia, cuyos miembros son conocidos comúnmente como frailejones, es un género de plantas de la familia Asteraceae, nativas de Colombia, Venezuela y Ecuador. Comprende 175 especies descritas y de éstas, solo 73 aceptadas. (es)
- Espeletia est un genre de plantes de la famille des Asteraceae, endémique du páramo dans les Andes (frailejones). (fr)
- Espeletia é um género botânico pertencente à família Asteraceae. (pt)
- Espeletia är ett släkte av korgblommiga växter. Espeletia ingår i familjen korgblommiga växter. (sv)
- Espeletia, commonly known as 'frailejones' ("big monks"), is a genus of perennial subshrubs, in the family Asteraceae. The genus, which is native mainly to Colombia, Venezuela and Ecuador, was first formally described in 1808. The genus was named after the viceroy of New Granada, José Manuel de Ezpeleta. (en)
- Espeletia is een genus dat deel uitmaakt van de familie van de composieten. Er bestaan meer dan 100 verschillende soorten. Deze worden uitsluitend in de hogere delen van de Noordelijke Andes gevonden, met name in Venezuela, Colombia en Ecuador. De grootste diversiteit aan soorten wordt in Venezuela gevonden. Lokaal staan de planten bekend onder de Spaanse naam frailejón, omdat hun rechtop staande stam en kleed van bruine bladeren doen denken aan monniken (frailes). (nl)
- Есплеція або есплетія (Espeletia, місцева назва ісп. frailejón або fraylejón) — рід вічнозелених кущів і напівкущів родини айстрових (Asteraceae). Рід є ендеміком Північних Анд, зокрема Колумбії, Венесуели і Еквадору, та був вперше описаний ботаніком Александером фон Гумбольдтом в 1801 році. Він був названий на ім'я віце-короля Нової Гранади . Всього рід містить близько 88 видів, переважно колумбійських. (uk)
|