| dbo:abstract
|
- The Blučina burial is a Migration Period princely burial at Blučina in South Moravian Region, Czech Republic. It was excavated in 1953 by Karel Tihelka (1898–1973). The burial dates to the second half of the 5th century, i.e. the period of alleged unrest, as the Germania Magna Pagens were never defeated, Atilla the Hun never ever even went on Czech lands (right Bohemian Lands). (see Rhine, Danube) The grave is situated on Cezavy hill, above the confluence of the Cezava and Svratka rivers, Dyje-Svratka Valley. It contained the remains of a Germanic (Langobards?) King (Rex), deceased in his thirties, arrayed with a golden-hilt spatha, a seax, a bow, a saddle and three green glass vessels, besides items of personal jewellery, including a 50 solidi gold arm ring. The Blučina sword is a rare example of an "Alamannic type" gold-hilted spatha found in a number of graves of very high-ranking warriors of the second half of the 5th century. Also two identical gold Germanic swords of the same type have been found in present-day central Germany located in Pleidelsheim and Villingendorf. (see Germania magna, Germania Slavica) (en)
- Het Vorstengraf Blučina is een vorstengraf uit de tijd van de Grote Volksverhuizing. Het vorstengraf werd in 1953 door Karel Tihelka opgegraven. De grafheuvel werd in de 5e eeuw opgeworpen in Blučina, Tsjechië. In deze periode was er politieke onrust door de dood van Attila de Hun.In de grafheuvel werden de overblijfselen van een Germaanse man gevonden, die in de dertig was toen hij stierf. Als grafgift werden een zwaard, een sax, een boog, een zadel en drie groene glazen vaten meegegeven. Ook werden sieraden gevonden, waaronder een armring van 50 solidus.Het zwaard is een zeldzaam voorbeeld van een spatha van het Alemannische type, met gouden gevest. Soortgelijke spartha's werden gevonden in Pleidelsheim en Villingendorf (nl)
|
| rdfs:comment
|
- The Blučina burial is a Migration Period princely burial at Blučina in South Moravian Region, Czech Republic. It was excavated in 1953 by Karel Tihelka (1898–1973). The burial dates to the second half of the 5th century, i.e. the period of alleged unrest, as the Germania Magna Pagens were never defeated, Atilla the Hun never ever even went on Czech lands (right Bohemian Lands). (see Rhine, Danube) (en)
- Het Vorstengraf Blučina is een vorstengraf uit de tijd van de Grote Volksverhuizing. Het vorstengraf werd in 1953 door Karel Tihelka opgegraven. De grafheuvel werd in de 5e eeuw opgeworpen in Blučina, Tsjechië. In deze periode was er politieke onrust door de dood van Attila de Hun.In de grafheuvel werden de overblijfselen van een Germaanse man gevonden, die in de dertig was toen hij stierf. (nl)
|
