Passiflora lindeniana is a species in the subgenus , some species of which are weak trees and some are free standing woody trees. P. lindeniana is the largest of the free-standing trees, growing to 20 m, and having a circumference of 1.25 m at the base. The tree is branched and leafy above a bare, brown-barked trunk, and the large (10 to 90 cm long) simple leaves form a moderately dense canopy. This passionflower does not have tendrils. The leaves fall seasonally, and the tree remains bare for some weeks.
| Attributes | Values |
|---|
| rdf:type
| |
| rdfs:label
| - Passiflora lindeniana (en)
- Passiflora lindeniana (nl)
- Passiflora lindeniana (pl)
- Passiflora lindeniana (sv)
|
| rdfs:comment
| - Passiflora lindeniana Planch. – gatunek rośliny z rodziny męczennicowatych (Passifloraceae Juss. ex Kunth in Humb.). Występuje endemicznie w Wenezueli. (pl)
- Passiflora lindeniana är en passionsblomsväxtart som beskrevs av Jules Émile Planchon, José Jéronimo Triana och Planch.. Passiflora lindeniana ingår i släktet passionsblommor, och familjen passionsblomsväxter. Inga underarter finns listade i Catalogue of Life. (sv)
- Passiflora lindeniana is a species in the subgenus , some species of which are weak trees and some are free standing woody trees. P. lindeniana is the largest of the free-standing trees, growing to 20 m, and having a circumference of 1.25 m at the base. The tree is branched and leafy above a bare, brown-barked trunk, and the large (10 to 90 cm long) simple leaves form a moderately dense canopy. This passionflower does not have tendrils. The leaves fall seasonally, and the tree remains bare for some weeks. (en)
- Passiflora lindeniana is een passiebloem die voorkomt in de beneden-Andes van Venezuela op hoogte van 2700 m tot 800 m nabij de kust. De plant is een kleine tot middelgrote boom, die tot 20 m hoog kan worden. De soort werd voor het eerst verzameld door Jean Jules Linden in 1842 in "Provence de Merida" in Venezuela. José Jéronimo Triana en Jules Émile Planchon beschreven de plant in 1873 aan de hand van enkele specimens van Linden, naar wie ze de plant vernoemden. De soort is geplaatst in het ondergeslacht Astrophea volgens de taxonomische indeling van John MacDougal en Christian Feuillet. (nl)
|
| dcterms:subject
| |
| Wikipage page ID
| |
| Wikipage revision ID
| |
| Link from a Wikipage to another Wikipage
| |
| sameAs
| |
| dbp:wikiPageUsesTemplate
| |
| authority
| - Planch. ex Triana & Planch. (en)
|
| genus
| |
| species
| |
| has abstract
| - Passiflora lindeniana is a species in the subgenus , some species of which are weak trees and some are free standing woody trees. P. lindeniana is the largest of the free-standing trees, growing to 20 m, and having a circumference of 1.25 m at the base. The tree is branched and leafy above a bare, brown-barked trunk, and the large (10 to 90 cm long) simple leaves form a moderately dense canopy. This passionflower does not have tendrils. The leaves fall seasonally, and the tree remains bare for some weeks. According to Meadows, in cultivation, P. lindeniana flowers in winter and the fruit mature in early summer. The striking pure white flowers have deep yellow corona filaments. The tree has a very condensed and heavy flowering, and while it has flowered annually in cultivation in New Zealand, in the wild the flowering is described as "erratic, sometimes not annually". P. lindeniana is self infertile, and will not set fruit in the absence of another tree nearby. In cultivation, the flowers are insect pollinated. The fruit are small (4.5 cm to 5.5 cm long, 2 cm to 3 cm wide), hexagonal in cross section, and the fruit wall somewhat hard and brittle. The sparse flesh is white. (en)
- Passiflora lindeniana is een passiebloem die voorkomt in de beneden-Andes van Venezuela op hoogte van 2700 m tot 800 m nabij de kust. De plant is een kleine tot middelgrote boom, die tot 20 m hoog kan worden. De soort werd voor het eerst verzameld door Jean Jules Linden in 1842 in "Provence de Merida" in Venezuela. José Jéronimo Triana en Jules Émile Planchon beschreven de plant in 1873 aan de hand van enkele specimens van Linden, naar wie ze de plant vernoemden. De soort is geplaatst in het ondergeslacht Astrophea volgens de taxonomische indeling van John MacDougal en Christian Feuillet. In het wild komt de plant meestal voor in kleine groepen van slechts enkele individuen. Ze bloeien onregelmatig, meestal in de herfst of de vroege winter, maar soms ook niet elk jaar. Als ze bloeien gaan er honderden bloemen per dag open, die slechts gedurende enkele dagen bloeien. De bloemen zijn wit en geel; kroonbladeren zijn wit en ovaalvormig, 2,1-2,8 cm lang en 0,9 tot 1,4 cm breed. De filamenten van de corona zijn geel en het stuifmeel is diepgeel. De soort wordt bedreigd door ontbossing en het plaaginsect ; de larven van deze kleine boorvlieg voeden zich met de ontwikkelende vrucht van de plant en vernietigen de zaden ervan. Er zijn slechts weinige standplaatsen van de soort gekend. (nl)
- Passiflora lindeniana Planch. – gatunek rośliny z rodziny męczennicowatych (Passifloraceae Juss. ex Kunth in Humb.). Występuje endemicznie w Wenezueli. (pl)
- Passiflora lindeniana är en passionsblomsväxtart som beskrevs av Jules Émile Planchon, José Jéronimo Triana och Planch.. Passiflora lindeniana ingår i släktet passionsblommor, och familjen passionsblomsväxter. Inga underarter finns listade i Catalogue of Life. (sv)
|
| gold:hypernym
| |
| prov:wasDerivedFrom
| |
| page length (characters) of wiki page
| |
| foaf:isPrimaryTopicOf
| |
| is Link from a Wikipage to another Wikipage
of | |
| is foaf:primaryTopic
of | |
![[RDF Data]](/fct/images/sw-rdf-blue.png)
![[cxml]](/fct/images/cxml_doc.png)
![[csv]](/fct/images/csv_doc.png)
![[text]](/fct/images/ntriples_doc.png)
![[turtle]](/fct/images/n3turtle_doc.png)
![[ld+json]](/fct/images/jsonld_doc.png)
![[rdf+json]](/fct/images/json_doc.png)
![[rdf+xml]](/fct/images/xml_doc.png)
![[atom+xml]](/fct/images/atom_doc.png)
![[html]](/fct/images/html_doc.png)