rdfs:comment
| - Los sindicatos surgieron en Japón en la segunda mitad del Periodo Meiji (1869-1912), ya que el país se sometió a un periodo de industrialización rápida. Hasta 1945, sin embargo, el movimiento obrero permaneció débil, impedido por la carencia de derechos legales, legislación de la antiunión, consejos de la fábrica organizados por la dirección y divisiones políticas entre unionistas “cooperativos” y radicales. (es)
- 日本の労働運動史(にほんのろうどううんどうし)では、日本における労働運動の歴史を述べる。 (ja)
- Labour unions emerged in Japan in the second half of the Meiji period, after 1890, as the country underwent a period of rapid industrialization. Until 1945, however, the labour movement remained weak, impeded by a lack of legal rights, anti-union legislation, management-organized factory councils, and political divisions between “cooperative” and radical unionists. The labour movement went through a process of reorganization from 1987 to 1991 from which emerged the present configuration of three major labour union federations, along with other smaller national union organizations. (en)
- De geschiedenis van de Japanse arbeidersbeweging start in de tweede helft van de 19e eeuw toen de Japanse economie in een stroomversnelling terechtkwam en er grote bedrijven met veel werknemers ontstonden. Van sociale wetgeving was er nauwelijks sprake, de arbeidsomstandigheden waren dan ook bitterslecht. Het voordeel van de ontstane arbeidersklasse was dat ze met vele samenwerkten. De arbeiders konden zich verenigingen en verzetten tegen de uitbuiting van de bazen. Doch was dit een zeer moeizaam proces waar tot aan de Tweede Wereldoorlog zich geen enorme verbetering voordoet. Grote veranderingen gebeuren tijdens de . Maar wegens de angst voor het communisme werden deze toch wel afgezwakt. De arbeidsomstandigheden gingen er wel op vooruit, toch moet men wel zeggen dat de arbeidersverenigin (nl)
|