| dbo:abstract
|
- ورد أزرق (الاسم العلمي:Rosa glauca) هو نوع من النباتات يتبع جنس الورد من الفصيلة الوردية. (ar)
- Růže sivá (Rosa glauca) je druh opadavého keře z rodu růže, v jehož rámci patří do sekce šípkových růží (Caninae). Od konce devatenáctého století bývá pěstována v zahradách a parcích, užívala se též jako podnož pro vysokokmenné stromkové růže. (cs)
- Die Rotblatt-Rose (Rosa glauca), auch Rotblättrige Rose, Hecht-Rose oder Bereifte Rose genannt, ist eine Pflanzenart aus der Gattung Rosen (Rosa) innerhalb der Familie der Rosengewächse (Rosaceae). (de)
- Rosa glauca (rosa inglesa o rosa de hoja roja; sin. R. rubrifolia) es una especie de rosa perteneciente a la familia de las rosáceas. (es)
- Rosa glauca (syn. Rosa rubrifolia), the red-leaved rose or redleaf rose, is a species of rose native to the mountains of central and southern Europe, from the Spanish Pyrenees east to Bulgaria, and north to Germany and Poland. It is also found as an introduced species as far north as Scandinavia and Finland. (en)
- Le rosier à feuilles rouges (Rosa glauca) est une espèce de rosier de la section des Caninæ, originaire des régions montagneuses d'Europe centrale et méridionale, des Pyrénées espagnoles jusqu'à la Bulgarie vers l'est et à la Pologne vers le nord. Synonyme : Rosa rubrifolia Vill.. (fr)
- De bergroos (Rosa glauca, synoniem: Rosa rubrifolia, Rosa ferruginea) is een struik die behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae). De soort komt van nature voor in de gebergten van Midden- en Zuid-Europa. De bergroos staat niet op de Nederlandse Rode lijst van planten. In Nederland is de soort, eerst aangeplant als sierplant, verwilderd en nu vrij zeldzaam in het wild. Het aantal chromosomen is 2n = 28. De struik wordt 1 - 3 m hoog. De jonge takken zijn glanzend rood of bruin en hebben een blauwachtig waslaag. De takken worden uiteindelijk grijsachtig. Op de kale takken zitten rechte of licht gebogen stekels De bladeren zijn zeventallig geveerd met enkelvoudig gezaagde deelblaadjes. De elliptische, niet glanzende, onbehaarde, onbeklierde blaadjes zijn 2 – 3,5 cm lang en 1 – 1,5 cm breed. Aan de voet zijn ze afgerond en aan de top toegespitst. Als ze jong zijn, hebben ze een roodachtig groene tot blauwachtige kleur. Ze zijn na wrijving reukloos. De steunblaadjes zijn onbehaard en hebben aan de rand klieren. De bladsteel en bladspil zijn onbehaard en hebben geen klieren. De bergroos bloeit in juni met diep karmozijn rode tot roze met witte nagel, 2,5 - 3 cm grote bloemen op 0,5 - 2 cm lange bloemstelen. De bloemstelen kunnen al of niet bezet zijn met klieren. De stijl opgerichte, beklierde kelkbladen zijn twee keer zo lang als de kroonbladen en vallen tijdens de rijping van de rozenbottel niet af. De vrije, korte stijl is wollig behaard. De oranjerode tot bruinrode, ronde, 1 – 1,5 cm lange en 1,5 cm brede, al of niet beklierde rozenbottel is een bloembodem met daarin de nootjesachtige vruchten. De al of niet beklierde steel van de rozenbottel is 1 – 2,5 cm lang. Het stijlkanaal is meer dan 2 mm groot. De bergroos komt voor op droge, kalkhoudende grond onder andere in de zeeduinen en op stenige grond langs spoorlijnen.
* Struik
* Bladeren
* Stekels
* Rozenbottels (nl)
- Róża czerwonawa (Rosa glauca) – gatunek krzewu należący do rodziny różowatych. Występuje pospolicie w Europy i rośnie spontanicznie głównie w jej południowej i centralnej części. W Polsce jest rośliną uprawną i dziczejącą (ergazjofigofit). Zdziczałe formy w środowisku spotykane są dość rzadko. Status gatunku we florze Polski: kenofit. (pl)
- Ро́за си́зая (лат. Rósa gláuca) — вид растений, относящихся к роду Шиповник (Rosa) семейства Розовые (Rosaceae). (ru)
- Daggros (Rosa glauca), en art i familjen rosväxter och förekommer naturligt i Södra och östra Europa. Vägkanter, skogsbryn, tippar, ruderatmark, klippor, bangårdar och grustag. Den odlas som prydnadsväxt i Sverige och förekommer förvildad. Arten bilar en stor, grenig buske, 1–3 m med rödbruna grenar och med svagt böjda taggar. Årsskotten är blådaggiga och tagglösa eller med mycket få taggar. Bladen är parbladiga med 5-7 delblad som är kala, smalt elliptiska, matt blågrå med rödanstrukna nerver. Kanterna är enkelsågade och stiplerna är smala och helbräddade. Blommorna sitter 1-5 på kala skaft. Foderbladen är långa, smala, hela foderblad och utan flikar. Kronbladen är mörkt rosa med vit bas. Nyponen mognar sent på säsongen, de är runda, rödbruna med framåtriktade foderblad som faller av sent. (sv)
- Шипшина сиза (Rosa glauca) — вид рослин з родини розових (Rosaceae); поширений у Європі крім півночі. (uk)
|
| rdfs:comment
|
- ورد أزرق (الاسم العلمي:Rosa glauca) هو نوع من النباتات يتبع جنس الورد من الفصيلة الوردية. (ar)
- Růže sivá (Rosa glauca) je druh opadavého keře z rodu růže, v jehož rámci patří do sekce šípkových růží (Caninae). Od konce devatenáctého století bývá pěstována v zahradách a parcích, užívala se též jako podnož pro vysokokmenné stromkové růže. (cs)
- Die Rotblatt-Rose (Rosa glauca), auch Rotblättrige Rose, Hecht-Rose oder Bereifte Rose genannt, ist eine Pflanzenart aus der Gattung Rosen (Rosa) innerhalb der Familie der Rosengewächse (Rosaceae). (de)
- Rosa glauca (rosa inglesa o rosa de hoja roja; sin. R. rubrifolia) es una especie de rosa perteneciente a la familia de las rosáceas. (es)
- Rosa glauca (syn. Rosa rubrifolia), the red-leaved rose or redleaf rose, is a species of rose native to the mountains of central and southern Europe, from the Spanish Pyrenees east to Bulgaria, and north to Germany and Poland. It is also found as an introduced species as far north as Scandinavia and Finland. (en)
- Le rosier à feuilles rouges (Rosa glauca) est une espèce de rosier de la section des Caninæ, originaire des régions montagneuses d'Europe centrale et méridionale, des Pyrénées espagnoles jusqu'à la Bulgarie vers l'est et à la Pologne vers le nord. Synonyme : Rosa rubrifolia Vill.. (fr)
- Róża czerwonawa (Rosa glauca) – gatunek krzewu należący do rodziny różowatych. Występuje pospolicie w Europy i rośnie spontanicznie głównie w jej południowej i centralnej części. W Polsce jest rośliną uprawną i dziczejącą (ergazjofigofit). Zdziczałe formy w środowisku spotykane są dość rzadko. Status gatunku we florze Polski: kenofit. (pl)
- Ро́за си́зая (лат. Rósa gláuca) — вид растений, относящихся к роду Шиповник (Rosa) семейства Розовые (Rosaceae). (ru)
- Шипшина сиза (Rosa glauca) — вид рослин з родини розових (Rosaceae); поширений у Європі крім півночі. (uk)
- De bergroos (Rosa glauca, synoniem: Rosa rubrifolia, Rosa ferruginea) is een struik die behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae). De soort komt van nature voor in de gebergten van Midden- en Zuid-Europa. De bergroos staat niet op de Nederlandse Rode lijst van planten. In Nederland is de soort, eerst aangeplant als sierplant, verwilderd en nu vrij zeldzaam in het wild. Het aantal chromosomen is 2n = 28. De bergroos komt voor op droge, kalkhoudende grond onder andere in de zeeduinen en op stenige grond langs spoorlijnen.
* Struik
* Bladeren
* Stekels
* Rozenbottels (nl)
- Daggros (Rosa glauca), en art i familjen rosväxter och förekommer naturligt i Södra och östra Europa. Vägkanter, skogsbryn, tippar, ruderatmark, klippor, bangårdar och grustag. Den odlas som prydnadsväxt i Sverige och förekommer förvildad. (sv)
|
