| dbo:abstract
|
- Marie z Padilly (španělsky María de Padilla, 1334 – červenec 1361 Sevilla) byla milenka a osudová žena kastilského krále Pedra Krutého. (cs)
- Maria de Padilla (vers el 1334 - Sevilla, juliol de 1361) fou la dama favorita del rei Pere I de Castella. Era filla de Juan García de Padilla, senyor de , i de la seva esposa na Maria González de Hinestrosa, i el rei Pere I la va conèixer el 1352 en ocasió d'un viatge que efectuà el monarca a Astúries. Es diu que , en la casa del qual es criava Maria Padilla, preparà la presentació d'aquesta al monarca amb l'esperança que la bellesa de la noia captivaria el cor del sobirà, i d'aquesta manera el d'Alburquerque podria veure realitzades les seves ànsies de poder. Efectuà la presentació a Sahagún a Isabel de Meneses, esposa d'Alburquerque, i el rei s'enamorà de la jove de seguida, la qual no tardà gaire a correspondre al monarca, i l'acompanyà en el viatge que llavors efectuava en Pere I. Trobant-se a Còrdova el sobirà, amb motiu del , Maria Padilla li donà una filla (1353) a la que se li posà el nom de Beatriu, i el rei cedí a la nou vinguda la plaça d'Aguilar, que es rendí en aquells dies, i molts altres béns. Alguns historiadors, basant-se en afirmacions del mateix Pere I, suposen que aquest s'havia casat amb Maria Padilla a Sevilla el 1352, quan aquesta jove encara era dama de l'esposa d'Alburquerque, i que donà als contraents la benedicció nupcial l'abat . No obstant això, Pere I, per raons polítiques, casà el 3 de juny d'aquest any amb na Blanca de Borbó, el qual no demostra certament que el monarca estigués casat amb Maria Padilla, i dos dies després aquell abandonà a na Blanca per a reunir-se a la Puebla de Montalbán (Toledo) amb Maria Padilla, la qual l'acompanyà després a Toledo. Castella es dividí en dos bàndols a conseqüència de la conducta poc exemplar del monarca: el de l'esposa abandonada i el de Maria Padilla. Pere I procurà contemporitzar amb ambdós partits, i amb aquest fi es tornà a reunir amb Blanca, però atret per la seva passió per Maria Padilla, tornà a reunir-se amb aquesta a Olmedo. Diu Víctor Gebhardt i Coll, en la seva Historia general de España i sus Indias: En efecte, per aquell temps s'havia enamorat de , i amb l'objecte de poder-se casar amb ella, aconseguí que fos declarat nul el seu matrimoni amb na Blanca de Borbó, ajudant-lo en aquesta tasca els bisbes d'Àvila i Salamanca, que conforme diu la historiador mossèn Mariana, llavors donaren a comprendre que havien nascut més per esser esclaus que bisbes. Davant les veleïtats amoroses del monarca, Maria Padilla resolgué abandonar-lo i tractà de prendre el vel en el citat convent de Santa Clara, però assabentada que el rei en Pere s'havia separat de Joana de Castro, tornà a unir-se amb aquell, i el juny de 1354 li donà una filla, que fou batejada amb el nom de Constança. Atret més tard en Pere per la bellesa d', deixà a Maria Padilla durant algun temps, però després, no podent oblidar-la, s'amistança altra volta amb ella, i el mateix va ocórrer quan els transitoris amors del monarca amb una cosina de Maria Padilla, nomenada Maria, filla de Juan Fernández de Hinestrosa. (ca)
- ماريا دي باديلا (حوالي. 1334 - إشبيلية، يوليو 1361) هي عشيقة بيدرو ملك قشتالة, ووالدة كونستانس, دوقة لانكاستر بزواجها من جون غونت أبن إدوارد الثالث ملك إنجلترا, وإيزابيلا، دوقة يورك بزواجها من إدموند لانغلي أخو الأصغر لـ جون غونت. (ar)
- H Μαρία, ιοπαν. Maria (π. 1334 - Ιούλιος 1361) από τον Οίκο της Παδίγια (Padilla) ήταν ευγενής, κόρη του κυρία της Βιγιαγέρα και έγινε ερωμένη του βασιλιά της Καστίλης. (el)
- Doña María Díaz de Padilla (* 1334; † 1361 in Sevilla) war eine kastilische Adlige und Mätresse von Peter I. dem Grausamen, König von Kastilien und León. (de)
- María de Padilla (c. 1334- Sevilla, julio de 1361) fue una noble, famosa por sus amores con el rey Pedro I de Castilla, quien la nombró señora de Huelva, y un año después de su muerte la legitimó como su esposa. (es)
- María Díaz de Padilla (c. 1334 –Seville, July 1361) was the mistress of King Peter of Castile. (en)
- María de Padilla (vers 1334 - juillet 1361 à Séville) est une noble dame, maîtresse du roi de Castille Pierre Ier. Elle est la fille de Juan García de Padilla (décédé entre 1348 et 1351) et María González de Hinestrosa (décédée après septembre 1356) et la sœur de Diego García de Padilla, maître de l'Ordre de Calatrava. (fr)
- María Díaz de Padilla (María de Padilla) (1334 – Agustus 1361) adalah gundik Raja Peter yang ia nikahi secara rahasia pada tahun 1353. Ia adalah seorang wanita bangsawan Kastilia. Ayahnya adalah Juan García de Padilla, Maharaja Pertama , ibunya adalah María Fernández de Henestrosa, saudara Juan Fernández de Henestrosa, yang menjadi penengah , saudara tiri dan saingan kekasih María de Padilla, Raja Peter. Pada musim panas tahun 1353, atas paksaan dari keluarga dan bangsawan di istana, Peter membantah fakta bahwa ia telah menikahi María dengan menikahi Blanche dari Bourbon, akan tetapi hubungannya dengan María berlanjut. María dan Peter memiliki 4 orang anak: seorang putri yang bernama Beatrice (lahir pada tahun 1354), seorang putri yang bernama (1354–1394), seorang putri yang lainnya yang bernama (1355–1394), dan seorang putra yang bernama Alfonso, putra mahkota Kastilia (1359 - 19 Oktober, 1362). Dua putrinya menikahi keturunan Edward III, Raja Inggris. Isabella, menikahi Edmund dari Langley, Adipati Pertama York, sedangkan yang tertua, Constance, menikahi John dari Gaunt, Adipati Pertama Lancaster, Adipati Pertama Lancaster, memimpinnya menuntut tahta Kastilia atas nama istrinya. Putri Constance, Catherine dari Lancaster, menikahi dalam rangka untuk menyatukan kembali tuntutan suksesi yang mungkin telah dilalui lewat Constance. (in)
- María de Padilla (Sevilla, 1334 – aldaar, augustus 1361) was de minnares van Peter I van Castilië. María kwam voort uit een adellijke Castiliaanse familie, de Padilla’s, afkomstig uit enerzijds Padilla de Abajo (vroeger Padilla de Yuso geheten) en behorende tot de provincie Burgos in Spanje, en anderzijds uit Castrojeriz. Deze familie was van oudsher een familie met veel bezittingen die een grote rol speelde in de politiek van Castilië. Peter leerde María kennen tijdens een expeditie in Asturië, gericht tegen zijn halfbroer Hendrik van Trastámara. Vanaf die tijd werd María de Padilla zijn minnares, ondanks het feit dat de koning trouwde met Blanca van Bourbon en hertrouwde met Juana de Castro. In 1353 trouwde Peter I met Blanca van Bourbon, nicht van de koning van Frankrijk en dochter van de hertog van . Dit huwelijk was geregeld door Juan Alfonso de Alburquerque in samenwerking met Maria van Portugal, de koningin-moeder, maar zonder instemming van Peter.Drie dagen na het huwelijk met Blanca vertrok Peter, mogelijkerwijs omdat hij er achter was gekomen dat Blanca een verhouding zou zijn begonnen met zijn halfbroer Fadrique van Trastámara (1333-1358). Hij voegde zich weer bij María de Padilla, met wie hij kort daarna een eerste kind kreeg (Beatriz). De koning installeerde zich vervolgens in Medina del Campo, waar hij langzamerhand een opstand tegen zijn halfbroer voorbereidde, met steun van een deel van de Joodse gemeenschap en van de burgers van de stad. In 1354 werd het huwelijk met Blanca ongeldig verklaard zodat de koning kon trouwen met , weduwe van Diego de Haro. Peter werd echter door zijn tegenstanders gevangengezet in Toro, samen met enkele bondgenoten. Hij wist echter te ontsnappen, in gezelschap van zijn Joodse schatmeester, Samuel Levi. Toen paus Innocentius VI over het huwelijk hoorde beval hij Bertrand, de bisschop van Senez (episcopus senecensis), een kerkelijk proces te beginnen tegen de bisschop van Sevilla en die van Ávila, die het huwelijk hadden goedgekeurd. Bovendien moest Beltrán ervoor zorgen dat het huwelijk met Juana ontbonden werd en dat Peter weer bij Blanca van Bourbon terugkeerde. Nadat haar tweede kind, Constance, geboren werd, wendde María de Padilla zich tot de paus, met het verzoek een clarissenklooster in Palencia te mogen oprichten. Uit pauselijke documenten, teruggevonden in Avignon, blijkt dat Peter het verzoek steunde en bovendien vermeldde dat hij van plan was om in dit klooster boete te doen. In Astudillo werd daarna inderdaad een klooster gesticht, maar noch María, noch Peter deden daar hun intrek. In 1355 werd hun derde kind geboren, Isabel, en in hetzelfde jaar werd de zoon van de wettelijke echtgenote van Peter, Juana de Castro, Juan van Castilië geboren. Deze werd later, in 1386, opgesloten in Soria. De gijzelaar diende als onderpand van een vredesverdrag getekend tussen Hendrik II van Castilië en de Hertog van Lancaster. In 1359 werd het laatste kind uit de relatie tussen María en Peter geboren, Alonso, maar deze enige zoon overleed reeds in 1362. In 1361 beval Peter dat zijn vroegere echtgenote Blanca om het leven gebracht moest worden, om daarna María tot zijn wettige vrouw te kunnen maken, maar María overleed hetzelfde jaar, waarschijnlijk aan de pest hoewel de geschiedschrijver Balthasar de Ayala de oorzaak omschrijft met “pijn”, zodat iedere natuurlijke doodsoorzaak of ziekte de mogelijke doodsoorzaak is.María de Padilla werd begraven in het klooster van Astudillo. Tijdens de hofraad, gehouden een jaar later in Sevilla, verklaarde Peter dat María zijn enige, werkelijke liefde was geweest. De aartsbisschop van Toledo kon zich hier wel in vinden en verklaarde de twee eerdere huwelijken als ongeldig. De Cortes waren vervolgens bereid om María postuum tot koningin uit te roepen en haar nageslacht te erkennen als legitiem. Peter liet daarna haar lichaam overbrengen naar de kathedraal van Sevilla, waar hij later ook begraven werd. Het leven van María de Padilla is het onderwerp van een opera geschreven door Gaetano Donizetti (1797-1848) (nl)
- マリア・デ・パディーリャ（María de Padilla, 1334年 - 1361年）は、カスティーリャ王ペドロ1世の愛妾。ペドロ1世はマリアを最も愛し、一方で王妃ブランカ・デ・ボルボンを幽閉していたため、マリアが実質的な王妃であった。青池保子の漫画『アルカサル-王城-』の影響もあり、マリア・デ・パデリアの表記も広く用いられる。また、カスティーリャ語では「マリーア・デ・パディージャ」のようにも発音される。 (ja)
- Maria Giovanna o Maria Díaz, di Padilla o di Pedilla. (1334 circa – Siviglia, agosto 1361), fu prima amante e poi, dal 1353 al 1361, moglie segreta del re di Castiglia e León, Pietro I, quindi, pur se bigama, di fatto, per circa otto anni, fu la regina consorte di Castiglia e León. (it)
- Мария де Падилья (исп. María de Padilla; около 1334 — июль 1361, Севилья) — фаворитка короля Кастилии Педро I Жестокого. (ru)
- Maria de Padilla (15 de setembro de 1334 - Sevilha, julho de 1361), foi a amante do rei Pedro I de Castela. Ela era filha de e , dois servidores da corte real. (pt)
|
| rdfs:comment
|
- Marie z Padilly (španělsky María de Padilla, 1334 – červenec 1361 Sevilla) byla milenka a osudová žena kastilského krále Pedra Krutého. (cs)
- ماريا دي باديلا (حوالي. 1334 - إشبيلية، يوليو 1361) هي عشيقة بيدرو ملك قشتالة, ووالدة كونستانس, دوقة لانكاستر بزواجها من جون غونت أبن إدوارد الثالث ملك إنجلترا, وإيزابيلا، دوقة يورك بزواجها من إدموند لانغلي أخو الأصغر لـ جون غونت. (ar)
- H Μαρία, ιοπαν. Maria (π. 1334 - Ιούλιος 1361) από τον Οίκο της Παδίγια (Padilla) ήταν ευγενής, κόρη του κυρία της Βιγιαγέρα και έγινε ερωμένη του βασιλιά της Καστίλης. (el)
- Doña María Díaz de Padilla (* 1334; † 1361 in Sevilla) war eine kastilische Adlige und Mätresse von Peter I. dem Grausamen, König von Kastilien und León. (de)
- María de Padilla (c. 1334- Sevilla, julio de 1361) fue una noble, famosa por sus amores con el rey Pedro I de Castilla, quien la nombró señora de Huelva, y un año después de su muerte la legitimó como su esposa. (es)
- María Díaz de Padilla (c. 1334 –Seville, July 1361) was the mistress of King Peter of Castile. (en)
- María de Padilla (vers 1334 - juillet 1361 à Séville) est une noble dame, maîtresse du roi de Castille Pierre Ier. Elle est la fille de Juan García de Padilla (décédé entre 1348 et 1351) et María González de Hinestrosa (décédée après septembre 1356) et la sœur de Diego García de Padilla, maître de l'Ordre de Calatrava. (fr)
- マリア・デ・パディーリャ（María de Padilla, 1334年 - 1361年）は、カスティーリャ王ペドロ1世の愛妾。ペドロ1世はマリアを最も愛し、一方で王妃ブランカ・デ・ボルボンを幽閉していたため、マリアが実質的な王妃であった。青池保子の漫画『アルカサル-王城-』の影響もあり、マリア・デ・パデリアの表記も広く用いられる。また、カスティーリャ語では「マリーア・デ・パディージャ」のようにも発音される。 (ja)
- Maria Giovanna o Maria Díaz, di Padilla o di Pedilla. (1334 circa – Siviglia, agosto 1361), fu prima amante e poi, dal 1353 al 1361, moglie segreta del re di Castiglia e León, Pietro I, quindi, pur se bigama, di fatto, per circa otto anni, fu la regina consorte di Castiglia e León. (it)
- Мария де Падилья (исп. María de Padilla; около 1334 — июль 1361, Севилья) — фаворитка короля Кастилии Педро I Жестокого. (ru)
- Maria de Padilla (15 de setembro de 1334 - Sevilha, julho de 1361), foi a amante do rei Pedro I de Castela. Ela era filha de e , dois servidores da corte real. (pt)
- Maria de Padilla (vers el 1334 - Sevilla, juliol de 1361) fou la dama favorita del rei Pere I de Castella. Era filla de Juan García de Padilla, senyor de , i de la seva esposa na Maria González de Hinestrosa, i el rei Pere I la va conèixer el 1352 en ocasió d'un viatge que efectuà el monarca a Astúries. Es diu que , en la casa del qual es criava Maria Padilla, preparà la presentació d'aquesta al monarca amb l'esperança que la bellesa de la noia captivaria el cor del sobirà, i d'aquesta manera el d'Alburquerque podria veure realitzades les seves ànsies de poder. Efectuà la presentació a Sahagún a Isabel de Meneses, esposa d'Alburquerque, i el rei s'enamorà de la jove de seguida, la qual no tardà gaire a correspondre al monarca, i l'acompanyà en el viatge que llavors efectuava en Pere I. (ca)
- María Díaz de Padilla (María de Padilla) (1334 – Agustus 1361) adalah gundik Raja Peter yang ia nikahi secara rahasia pada tahun 1353. Ia adalah seorang wanita bangsawan Kastilia. Ayahnya adalah Juan García de Padilla, Maharaja Pertama , ibunya adalah María Fernández de Henestrosa, saudara Juan Fernández de Henestrosa, yang menjadi penengah , saudara tiri dan saingan kekasih María de Padilla, Raja Peter. (in)
- María de Padilla (Sevilla, 1334 – aldaar, augustus 1361) was de minnares van Peter I van Castilië. María kwam voort uit een adellijke Castiliaanse familie, de Padilla’s, afkomstig uit enerzijds Padilla de Abajo (vroeger Padilla de Yuso geheten) en behorende tot de provincie Burgos in Spanje, en anderzijds uit Castrojeriz. Deze familie was van oudsher een familie met veel bezittingen die een grote rol speelde in de politiek van Castilië. Het leven van María de Padilla is het onderwerp van een opera geschreven door Gaetano Donizetti (1797-1848) (nl)
|
