| has abstract
| - The Charter of Quaregnon (French: Charte de Quaregnon, Dutch: Charter van Quaregnon) is a political manifesto agreed to in 1894 that formed the doctrinal basis for successive socialist parties in Belgium until 1979. In 1894, Belgian elections were, for the first time, held according to the scheme of the plural right to vote under the pressure of the violent Belgian general strike of 1893. That meant that for the Belgian Labour Party (POB-BWP), workers for the first time could vote, and representatives from the party, ten years after its foundation, could enter the Belgian parliament. With a doctrinarian charter, the program of the socialist party was presented to the electorate. Out of several ideas, Émile Vandervelde chose this proposition, which was adopted at the Easter Congress of the Socialist Party, at Quaregnon, near Mons, in Hainaut Province, on 25 and 26 March 1894. It became known as the Charter of Quaregnon. The charter was strongly influenced by ideas of the French socialist Jules Guesde. As a doctrinal source of inspiration for the Belgian Socialists, the Charter of Quaregnon remained in place for two world wars and many years. Only after 1979, when the Belgian Socialist Party (PSB-BSP) divided into the Dutch-speaking Socialistische Partij (SP) and the French-speaking Parti Socialiste (PS), newer charters were created. (en)
- La karnjona Ĉarto estas ia doktrina kaj ideologia programo de la prapatro de la Belga Socialista Partio kaj de la : la Belga Laborista Partio (france: Parti Ouvrier Belge; nederlande: Belgische Werkliedenpartij), starigita en 1885. (eo)
- La Charte de Quaregnon ou Déclaration de Quaregnon est la déclaration de principes adoptée par le Parti ouvrier belge lors de son Xe Congrès, à Quaregnon, dans le Borinage, en 1894. Elle introduit le programme en 3 points (politique, économique et communal) du parti. Le rédacteur principal en a été Émile Vandervelde qui s'est inspiré de la pensée des Encyclopédistes (Voltaire, Rousseau, Diderot...) et des grands principes nés de la Révolution française et de la théorie marxiste. La charte fut adoptée le 26 mars 1894, au terme de deux jours de travaux, par les fédérations du P.O.B. réunies pour leur Xe congrès à Quaregnon. Dans un premier temps, il avait été convenu que ce congrès se tiendrait à Mons, mais en raison de l'échauffourée sanglante du 17 avril 1893, au cours de laquelle la garde civique de Mons avait tiré sur une colonne de mineurs borains qui voulaient pénétrer dans la ville, on décida, à la demande des Borains, de transférer le siège du congrès du P.O.B. à Quaregnon. Texte de la Déclaration de principes du Parti ouvrier Belge (1894) PROGRAMME DU PARTI OUVRIER BELGE DÉCLARATION DE PRINCIPES 1. - Les richesses en général, et spécialement les moyens de productions, sont ou des agents naturels ou les fruits du travail, - manuel et cérébral, - des générations antérieures, aussi bien que la génération actuelle; elles doivent, parconséquent, être considérées comme le patrimoine de l'humanité.2. - Le droit à la jouissance de ce patrimoine, par les individus ou par les groupes, ne peut avoir d'autre fondement que l'utilité sociale, et d'autre but que d'assurer à tout être humain, la plus grande somme possible de liberté et de bien-être.3. - La réalisation de cet idéal est incompatible avec le maintien du régime capitaliste, qui divise la société en deux classes nécessairement antagonistes : l'une, qui peut jouir de la propriété sans travail; l'autre, obligée d'abandonnerune part de son produit à la classe possédante.4. - Les travailleurs ne peuvent attendre leur complet affranchissement que de la suppression des classes et d'une transformation radicale de la société actuelle.Cette transformation ne sera pas seulement favorable au prolétariat, mais à l'humanité tout entière; néanmoins, comme elle est contraire aux intérêts immédiats de la classe possédante, l'émancipation des travailleurs sera l'œuvre des travailleurs eux-mêmes.5. - Ils devront avoir pour but, dans l'ordre économique, d'assurer l'usage libre et gratuit de tous les moyens de production. Ce résultat ne pourra être atteint, dans une société où le travail collectif se substitue de plus en plus au travail individuel, que par l'appropriation collective des agents naturels et des instruments de travail.6. - La transformation du régime capitaliste en régime collectiviste doit nécessairement être accompagnée de transformations corrélatives : a) Dans l'ordre moral, par le développement des sentiments altruistes et par la pratique de la solidarité.b) Dans l'ordre politique, par la transformation de l'État en administration des choses. 7. - Le socialisme doit donc poursuivre simultanément l'émancipation économique, morale et politique du prolétariat. Néanmoins, le point de vue économique doit être dominant, car la concentration des capitaux entre les mains d'une seule classe, constitue la base de toutes les autres formes de sa domination.Pour la réalisation de ces principes, le Parti Ouvrier déclare :1° Qu'il se considère comme le représentant, non seulement de la classe ouvrière, mais de tous les opprimés, sans distinction de nationalité, de culte, de race ou de sexe;2° Que les Socialistes de tous les pays doivent être solidaires, l'émancipation des travailleurs n'étant pas une œuvre nationale mais internationale;3° Que, dans leur lutte contre la classe capitaliste, les travailleurs doivent combattre par tous les moyens qui sont en leur pouvoir, et, notamment par l'action politique, le développement des associations libres et l'incessante propagation des principes socialistes. (fr)
- In België verliepen de verkiezingen van 1894 voor het eerst volgens het stelsel van het meervoudig kiesrecht. Dit betekende voor de Belgische Werkliedenpartij, dat voor het eerst de arbeiders mochten gaan stemmen en dat het voor de partij, tien jaar na haar stichting, mogelijk werd een aantal vertegenwoordigers naar het parlement te sturen. Met een doctrinair charter wilde men de kiezers het programma van de socialistische partij presenteren. Uit een veelheid van ideeën puurde de Brusselse jurist Emile Vandervelde de stelling, die werd aangenomen op het Paascongres van de partij, te Quaregnon, op 25-26 maart 1894, als het Charter van Quaregnon. 1.
* De rijkdommen in het algemeen, en de voortbrengingsmiddelen in het bijzonder, zijn of natuurlijke bestanddelen, of de vrucht van de handen- of de hoofdarbeid der vorige geslachten, zowel als van het huidige geslacht; bijgevolg moeten zij beschouwd worden als het gemeenschappelijk erfgoed van de mensheid. 2.
* Slechts om reden van maatschappelijk nut en met het doel aan elk menselijk wezen zo veel mogelijk vrijheid en welzijn te verschaffen, kunnen afzonderlijke mensen of groepen het recht hebben over dat erfgoed te beschikken. 3.
* De verwezenlijking van dit ideaal brengt natuurlijk de verdwijning mee van het kapitalistisch stelsel, dat de maatschappij in twee noodzakelijk vijandige klassen verdeelt: de ene die zonder werken van de eigendom kan genieten; de andere die verplicht is een deel harer voortbrenging aan de bezittende klasse af te staan. 4.
* De arbeiders kunnen hun volkomen vrijmaking maar verwachten van de afschaffing der klassen en van een grondige hervorming van de maatschappij. Die hervorming zal niet uitsluitend ten voordele zijn van het proletariaat, maar van de gehele mensheid; daar zij echter strijdig is met de onmiddellijke belangen van de bezittende stand, moet de ontvoogding der arbeiders grotendeels het werk van de arbeiders zelf zijn. 5.
* Op stoffelijk vlak moeten zij voor doel hebben zich het vrije en kosteloos gebruik van alle voortbrengingsmiddelen te verzekeren. Die uitslag kan maar verkregen worden in een maatschappij waar het gezamenlijk werk meer en meer in de plaats komt van het afzonderlijk werk, dat is, door het collectief of gezamenlijk gebruik der natuurlijke rijkdommen en der voortbrengingsmiddelen 6.
* De omvorming van het kapitalistisch stelsel in een collectivistisch stelsel moet natuurlijk vergezeld zijn van hiermede samenhangende omvormingen: 7. 1.
* op zedelijk gebied, door het ontwikkelen van de naastenliefde en het betrachten van de solidariteit. 8. 2.
* op staatkundig gebied, door het omvormen van de staat in een beheer van zaken. 9.
* Het socialisme moet dus tegelijk de stoffelijke, zedelijke en politieke ontvoogding der arbeiders betrachten. Niettemin moet de stoffelijke omvorming het hoofddoel zijn, want de samentrekking der kapitalen in de handen van enkele klassen maakt de grondslag uit van al de andere vormen zijnder overheersing. Het Charter van Quaregnon trotseerde, als doctrinaire basistekst voor de Belgische socialisten, de tijd en twee wereldoorlogen. Pas na 1979, toen de Belgische Socialistische Partij (BSP) uiteenviel in een Nederlandstalige SP en een Franstalige PS, werd de ruimte gecreëerd voor nieuwere geëvolueerde teksten. (nl)
|
![[RDF Data]](/fct/images/sw-rdf-blue.png)
![[cxml]](/fct/images/cxml_doc.png)
![[csv]](/fct/images/csv_doc.png)
![[text]](/fct/images/ntriples_doc.png)
![[turtle]](/fct/images/n3turtle_doc.png)
![[ld+json]](/fct/images/jsonld_doc.png)
![[rdf+json]](/fct/images/json_doc.png)
![[rdf+xml]](/fct/images/xml_doc.png)
![[atom+xml]](/fct/images/atom_doc.png)
![[html]](/fct/images/html_doc.png)
