| rdfs:comment
| - Le comté de Créhange est une seigneurie du Saint-Empire romain germanique qui a été créée au XIIe siècle, à Créhange, en Moselle ; il connut diverses évolutions politiques et territoriales jusqu’à son annexion à la France, à la fin du XVIIIe siècle, lors de la Révolution française. (fr)
- La contea di Kriechingen (in tedesco Grafschaft Kriechingen) è stata una contea del Sacro Romano Impero, esistita dal 1617 al 1793. Prendeva il nome dalla città di Kriechingen (oggi Créhange, in Francia), che ne era la capitale. Dal 1735 (quando la Lorena divenne parte della Francia) al 1793, la contea di Kriechingen costituì due exclavi del Sacro Romano Impero circondate da territorio francese. Nel 1793 la contea fu occupata dalla Prima Repubblica francese durante le guerre della prima coalizione e tale annessione fu confermata dal trattato di Lunéville del 1801. (it)
- Die Grafschaft Kriechingen (französisch comté de Créhange) ist benannt nach Burg und Ort Kriechingen (Créhange/Moselle) südwestlich von Saint-Avold (Sankt Avold) in Lothringen. Heute gehört das Gebiet der Grafschaft überwiegend zum Département Moselle; weiterer ehemaliger Besitz liegt im heutigen Luxemburg, Saarland und Rheinland-Pfalz. (de)
- The County of Kriechingen was a state of the Holy Roman Empire. It was originally a part of the Duchy of Lorraine, and was raised to an imperial estate in 1617. It belonged to the Upper Rhenish Circle. In 1697, Kriechingen was inherited by the Principality of East Frisia, and later by the County of Wied-Runkel. In 1793 Kriechingen was occupied by France; this was recognized by the Holy Roman Empire in the Treaty of Lunéville of 1801. (en)
- Het Graafschap Kriechingen (Frans : Créhange) was een tot de Boven-Rijnse Kreits behorend graafschap binnen het Heilige Roomse Rijk. Créhange aan de Nied bij Metz ten zuidwesten van Saint-Avold was de zetel van de graven van Kriechingen.Kuno van Kriechingen was in de twaalfde eeuw leenman van de heren van Vinstingen en de hertogen van Lotharingen.Later werden de heren opgevolgd door de heren van Dorstweiler, die zich ook heer van Kriechingen gingen noemen. In 1789 bestond het graafschap uit vier enclaven: In 1793 werd het graafschap door Frankrijk ingelijfd. (nl)
|
| has abstract
| - Die Grafschaft Kriechingen (französisch comté de Créhange) ist benannt nach Burg und Ort Kriechingen (Créhange/Moselle) südwestlich von Saint-Avold (Sankt Avold) in Lothringen. Heute gehört das Gebiet der Grafschaft überwiegend zum Département Moselle; weiterer ehemaliger Besitz liegt im heutigen Luxemburg, Saarland und Rheinland-Pfalz. Die Herren von Kriechingen waren im 12. Jahrhundert Lehnsmannen der Herren von Vinstingen und der Herzöge von Lothringen. Sie wurden von den Herren von Dorsweiler beerbt, die sich seitdem nach Kriechingen benannten. Durch Heiraten erlangten sie einen ansehnlichen Besitz, vor allem durch die Ehe Johanns († 1531) mit Irmgard von Rollingen. Unter den Söhnen Johanns wurde der Besitz geteilt. Georg begründete die calvinistische Linie Kriechingen-Püttlingen-Bacourt (bis 1681), Wirich die katholische Linie Kriechingen-Homburg-Bruchkastel (bis 1697). Im 17. Jahrhundert gehörten den Kriechingern die Herrschaften Dorsweiler und Helflingen, Anteile der Herrschaften Püttlingen, Saarwellingen, Mengen, Forbach, Rollingen und Warsberg, die Herrschaft Bacourt, die Hälfte der Herrschaft Arloncourt, Anteile an der Herrschaft Fels, an der Ganerbschaft Dagstuhl (bis 1624), an der Herrschaft Lösnich, an den Herrschaften Bruchkastel, Falkenberg usw. Im Jahre 1617 wurde Peter Ernst aus der katholischen Linie durch Kaiser Matthias zum Reichsgraf erhoben und die Herrschaft zur Reichsgrafschaft im Oberrheinischen Kreis. Aus der 1637 geschlossenen Ehe des Freiherrn Albrecht Ludwig zu Kriechingen und Püttlingen aus der calvinistischen Linie mit der Wild- und Rheingräfin Agathe stammte die Erbtochter Anna Dorothea († 20. Mai 1705), die 1665 den Grafen Edzard Ferdinand von Ostfriesland (1636–1668) heiratete. Nach dem Tod ihres Sohnes Friedrich Ulrich (1667–1710) fiel die Grafschaft an dessen Erbtochter Christine Louise (1710–1732) und durch ihre Heirat im Jahr 1726 mit dem Grafen Johann Ludwig von Wied-Runkel (1705–1762) ging die Grafschaft an die Grafen von Wied-Runkel. Im Jahr 1766 gab das Königreich Frankreich nach der Annexion Lothringens die Lehnshoheit über Kriechingen und Püttlingen an Nassau-Saarbrücken zurück, während die von Rollingen, als einem lothringischen Erblehen, bei Frankreich blieb. Das Herrschaftsgebiet umfasste rund 100 km² mit ca. 4000 Einwohnern. Die Grafschaft blieb bis zur Französischen Revolution deutsches Reichsland. Während der Revolution wurde die Grafschaft 1793 von Frankreich durch Beschluss des Nationalkonvents annektiert. Durch den Frankfurter Frieden vom 10. Mai 1871 kam das Gebiet von Frankreich zurück an Deutschland und wurde Teil des Kreises Bolchen im Reichsland Elsaß-Lothringen des Deutschen Reichs. 1919 musste das Gebiet aufgrund der Bestimmungen des Versailler Vertrags größtenteils an Frankreich abgetreten werden. (de)
- The County of Kriechingen was a state of the Holy Roman Empire. It was originally a part of the Duchy of Lorraine, and was raised to an imperial estate in 1617. It belonged to the Upper Rhenish Circle. In 1697, Kriechingen was inherited by the Principality of East Frisia, and later by the County of Wied-Runkel. In 1793 Kriechingen was occupied by France; this was recognized by the Holy Roman Empire in the Treaty of Lunéville of 1801. The county was named after its capital, Kriechingen, today Créhange. At the end of its existence, it had an area of approximately 100 km2 and a population of 4000. Between 1766, when Lorraine became a part of France, and 1793, Kriechingen formed two exclaves of the Holy Roman Empire surrounded by French territory. (en)
- Le comté de Créhange est une seigneurie du Saint-Empire romain germanique qui a été créée au XIIe siècle, à Créhange, en Moselle ; il connut diverses évolutions politiques et territoriales jusqu’à son annexion à la France, à la fin du XVIIIe siècle, lors de la Révolution française. (fr)
- Het Graafschap Kriechingen (Frans : Créhange) was een tot de Boven-Rijnse Kreits behorend graafschap binnen het Heilige Roomse Rijk. Créhange aan de Nied bij Metz ten zuidwesten van Saint-Avold was de zetel van de graven van Kriechingen.Kuno van Kriechingen was in de twaalfde eeuw leenman van de heren van Vinstingen en de hertogen van Lotharingen.Later werden de heren opgevolgd door de heren van Dorstweiler, die zich ook heer van Kriechingen gingen noemen. In 1617 werd Kriechingen tot rijksgraafschap verheven. Het graafschap werd verdeeld in twee linies: Pietingen (of Pitange in Luxemburg, uitgestorven in 1681) en Kriechingen (uitgestorven in 1697). In 1659 werd Saarwellingen van Nassau-Saarbrücken verworven, wat vervolgens de status van vrije rijksheerlijkheid kreeg. In 1681 werd de graaf beleend met Püttlingen in Saarland. Dit is een ander Püttlingen dan Püttlingen in Lotharingen. Na het uitsterven van de dynastie in 1697 brak er een erfstrijd uit. Na een rechterlijke uitspraak kwam het graafschap ten gevolge van het huwelijk van gravin Anna Dorothea van Kriechingen met Edzard Ferdinand van Oost-Friesland aan een zijtak van dat huis. De verliezers in de erfstrijd waren de graven van Solms en de graven van Ortenburg. Deze graven gingen wel de wapens en titels voeren. De Oost-Friese zijtak stierf al in 1710 uit en ten gevolge van het huwelijk van Christine Louise van Oost-Friesland met Johan Lodewijk Adolf van Wied-Runkel werd het graafschap Kriechingen verbonden met het graafschap Wied-Runkel. Chritine Louise van Oostfriesland stierf in 1732 na de geboorte van haar zoon, zodat haar man Johan Lodewijk Adolf van Wied-Runkel regent werd voor hun zoontje. Christiaan Lodewijk nam de regering van Kriechingen over van zijn vader toen hij 25 werd. Na de door van zijn vader volgde hij ook in Wied-Runkel, zodat de beide graafschappen toen in personele unie werden verbonden. In 1788 werd Püttlingen verkocht aan Nassau-Saarbrücken. Püttlingen stond ten gevolge van een verdrag van 1766 tussen Frankrijk en Nassau-Saarbrücken al onder het gezag van Nassau-Saarbrücken. In 1789 bestond het graafschap uit vier enclaven:
* Créhange, ten westen van Faulquemont ;
* Pontpierre, Folschviller, een deel van Lelling en Teting, ten oosten van Faulquemont ;
* Momerstroff, een deel van Denting, Coume en Niedervisse, ten oosten van Boulay ;
* Biding, ten zuidoosten van Saint-Avold. In 1793 werd het graafschap door Frankrijk ingelijfd. In paragraaf 21 van de Reichsdeputationshauptschluss van 25 februari 1803 werd de vorst van Wied-Runkel schadeloos gesteld voor het verlies van het graafschap Kriechingen door de ambten Altenwied en Neuerburg die afkomstig waren van het keurvorstendom Keulen en de kellerij Villmar die afkomstig was van het keurvorstendom Trier. (nl)
- La contea di Kriechingen (in tedesco Grafschaft Kriechingen) è stata una contea del Sacro Romano Impero, esistita dal 1617 al 1793. Prendeva il nome dalla città di Kriechingen (oggi Créhange, in Francia), che ne era la capitale. Dal 1735 (quando la Lorena divenne parte della Francia) al 1793, la contea di Kriechingen costituì due exclavi del Sacro Romano Impero circondate da territorio francese. Nel 1793 la contea fu occupata dalla Prima Repubblica francese durante le guerre della prima coalizione e tale annessione fu confermata dal trattato di Lunéville del 1801. (it)
|
![[RDF Data]](/fct/images/sw-rdf-blue.png)
![[cxml]](/fct/images/cxml_doc.png)
![[csv]](/fct/images/csv_doc.png)
![[text]](/fct/images/ntriples_doc.png)
![[turtle]](/fct/images/n3turtle_doc.png)
![[ld+json]](/fct/images/jsonld_doc.png)
![[rdf+json]](/fct/images/json_doc.png)
![[rdf+xml]](/fct/images/xml_doc.png)
![[atom+xml]](/fct/images/atom_doc.png)
![[html]](/fct/images/html_doc.png)
