rdfs:comment
| - In the 10th edition of Systema Naturae, Carl Linnaeus described the Amphibia as: Animals that are distinguished by a body cold and generally naked; stern and expressive countenance; harsh voice; mostly lurid color; filthy odor; a few are furnished with a horrid poison; all have cartilaginous bones, slow circulation, exquisite sight and hearing, large pulmonary vessels, lobate liver, oblong thick stomach, and cystic, hepatic, and pancreatic ducts: they are deficient in diaphragm, do not transpire (sweat), can live a long time without food, are tenatious of life, and have the power of reproducing parts which have been destroyed or lost; some undergo a metamorphosis; some cast (shed) their skin; some appear to live promiscuously on land or in the water, and some are torpid during the winter. (en)
- De tiende editie van "Systema naturae" van Carl Linnaeus geldt, samen met "Svenska spindlar" van Carl Alexander Clerck, als het beginpunt van de zoƶlogische nomenclatuur, en is om die reden van groot belang voor de biosystematiek. De geslachten die Linnaeus creƫerde omvatten doorgaans veel soorten, en vaak werden binnen een geslacht soorten samengebracht die sindsdien niet meer als nauwe verwanten worden beschouwd. Samen met de grote aantallen soorten die naderhand door andere auteurs zijn benoemd en het vervolgens opnieuw arrangeren van geslachten, heeft dit ertoe geleid dat veel soorten niet langer in het geslacht worden geplaatst waarin Linnaeus ze in eerste instantie plaatste. Dit overzicht heeft als belangrijkste functie het vindbaar maken van de huidige geaccepteerde naam van soorten (nl)
|