rdfs:comment
| - Die Entscheidung des Obersten Gerichts der Vereinigten Staaten im Fall Hamdan v. Rumsfeld ist das dritte Präzedenzurteil zu Maßnahmen der US-Regierung im so genannten „Krieg gegen den Terror“ betreffend Personen, die als ungesetzliche Kombattanten festgehalten werden. Sie verbietet die Praxis der US-Regierung, die prozessualen und materiellen Rechte der Gefangenen massiv einzuschränken, und stellt fest, dass für Sondergerichte in Form von „Militärkommissionen“ keine Rechtsgrundlage besteht. (de)
- Hamdan v. Rumsfeld, 548 U.S. 557 (2006), is a case in which the Supreme Court of the United States held that military commissions set up by the Bush administration to try detainees at Guantanamo Bay violated both the Uniform Code of Military Justice (UCMJ) and the Geneva Conventions ratified by the U.S. (en)
- Hamdan v. Rumsfeld was de rechtszaak voor het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten in Washington D.C. van Salim Hamdan, de bodyguard en chauffeur van Osama bin Laden die sinds 2001 op Guantánamo Bay zonder aanklacht gevangen wordt gehouden, tegen Donald Rumsfeld, minister van Defensie van de Verenigde Staten, onder president George W. Bush. Hamdan werd bijgestaan door Charles D. Swift, advocaat van de Amerikaanse marine, en Neal Katyal, professor in de rechten aan de Emory University School of Law. (nl)
|
foaf:name
| - (en)
- Salim Ahmed Hamdan, Petitioner v. Donald H. Rumsfeld, United States Secretary of Defense; John D. Altenburg, Jr., Appointing Authority for Military Commissions, Department of Defense; Brigadier General Thomas L. Hemingway, Legal Advisor to the Appointing Authority for Military Commissions; Brigadier General Jay Hood, Commander Joint Task Force, Guantanamo, Camp Echo, Guantanamo Bay, Cuba; George W. Bush, President of the United States (en)
|