| dbo:abstract
|
- Thomas Bruce, 7. hrabě z Elginu (20. června 1766 – 14. listopadu 1841) byl skotský šlechtic, diplomat, voják a politik. Je znám především kvůli kontroverznímu odvezení mramorových soch (také známých jako Elginovy mramory) z Athénského chrámu v Parthenónu. Na tento akt bývá některými nahlíženo jako na čin kulturního vandalismu a krádeže. Je předmětem desítky let trvajícího sporu mezi Velkou Británií, která Elginovy mramory vystavuje v Britském muzeu v Londýně, a Řeckem, které usiluje o jejich návrat. (cs)
- Thomas Bruce (20 de juliol de 1766 - 14 de novembre de 1841), setè Comte d'Elgin, i 11è Duc de Kincardine, va ser un diplomàtic, militar i arqueòleg anglès. (ca)
- Ο Τόμας Μπρους, 7ος Κόμης του Έλγιν (Thomas Bruce, 7th Earl of Elgin, Σκωτία, 20 Ιουλίου 1766 - Παρίσι, 14 Νοεμβρίου 1841) ήταν Βρετανός διπλωμάτης, πρεσβευτής της Βρετανίας στην Οθωμανική Κωνσταντινούπολη. Κατόρθωσε να αφαιρέσει από την Αθήνα το 1803 και το 1812 πολυάριθμα γλυπτά, τα οποία αφαίρεσε από τον Παρθενώνα, από τον ναό της Απτέρου Νίκης και από άλλους αρχαιολογικούς χώρους. Την πράξη του αυτή στιγμάτισαν επιφανείς προσωπικότητες των γραμμάτων και της τέχνης σε όλο τον κόσμο, μεταξύ των οποίων και ο Λόρδος Βύρων (Lord George Gordon Byron VI) στα ποιήματα του «Τσάιλντ Χάρολντ» (Childe Harold's Pilgrimage) και «Κατάρα της Αθηνάς» (The Curse of Minerva). Τα γλυπτά, που έμειναν γνωστά με την ονομασία Ελγίνεια Μάρμαρα, τα αγόρασε από τον Έλγιν η αγγλική κυβέρνηση το 1816 και από τότε βρίσκονται στο Βρετανικό Μουσείο. Την επιστροφή τους στην Ελλάδα ζήτησαν κατά καιρούς πολλοί Άγγλοι ποιητές. Στη δεκαετία του 1980 η υπουργός Μελίνα Μερκούρη ξεκίνησε μια παγκόσμια προσπάθεια για την επιστροφή των μαρμάρων στην Ελλάδα, η οποία συνεχίζεται μέχρι σήμερα, χωρίς όμως αποτέλεσμα. Δεν ήταν το μοναδικό διακεκριμένο μέλος της οικογένειάς του, καθώς ο πατέρας του, ήταν Μέγας Διδάσκαλος της , ο γιος του, Τζέιμς, 8ος κόμης ήταν Κυβερνήτης της Τζαμάικα, του Καναδά και της Ινδίας και Ύπατος Αρμοστής στην Κίνα και την Ιαπωνία και ο εγγονός του , Αντιβασιλέας της Ινδίας. (el)
- Thomas Bruce, 7-a Grafo de Elgin kaj 11a Grafo de Kincardine (20-a de julio 1766 - 14-a de novembro 1841) estis skota nobelo kaj diplomato, konata ĉar li forprenis marmorajn skulptaĵojn (konataj ankaŭ kiel Elginaj Marmoroj) el la Partenono en Ateno. Li iĝis 7-a Grafo de Elgin jam kvinjaraĝa post sia frato William 6-a Grafo de Elgin, ambaŭ filoj de la 5-a Grafo de Elgin, nome Charles Bruce. Poste li eniris en la armeo kaj iĝis skota reprezentanto el 1790 ĝis 1807. Poste li estis diplomato en Aŭstrio, Belgio kaj Prusio. Poste li estis ambasadoro ĉe la Otomana Imperio inter 1799 kaj 1803. (eo)
- Thomas Bruce, 7. Earl of Elgin, 11. Earl of Kincardine (* 20. Juli 1766; † 14. November 1841 in Paris) war ein britischer Peer, Offizier und Diplomat. Bekannt ist er vor allem wegen der Verbringung archäologischer Kunstschätze aus Griechenland nach Großbritannien („Elgin Marbles“). (de)
- Thomas Bruce Elgin (Elgingo VII. kondea) (Broomhall, Fife, Eskozia, 1766ko uztailaren 20a - Paris, 1841eko azaroaren 14a) britainiar diplomatikoa eta arte-bildumagilea izan zen. Elginen eskulturak izenekoak eskuratu zituelako da ezaguna. Militarra zen, jeneral nagusia. 1790. urtean hasi zen diplomazia-lanetan; Bruselan, Berlinen, Konstantinoplan eta beste zenbait herritan izan zen ordezkari. Frantziatik bere herrira zihoala, hautsi zen; atxilotu egin zuten, eta 1806ra arte ezin izan zuen Ingalaterrara itzuli. (eu)
- Thomas Bruce (Broomhall, Escocia; 20 de julio de 1766-París, 14 de noviembre de 1841), también conocido como el 7.º y 11.º duque de Kincardine, fue un noble, soldado, político y diplomático británico, conocido principalmente por la controvertida adquisición de las esculturas de mármol (conocidas como los Mármoles de Elgin) del Partenón de Atenas. (es)
- Thomas Bruce, 7th Earl of Elgin and 11th Earl of Kincardine FSA Scot (/ˈɛlɡɪn/; 20 July 1766 – 14 November 1841) was a British nobleman, soldier, politician and diplomat, known primarily for the controversial procurement of marble sculptures (known as the Elgin Marbles) from the Parthenon in Athens. (en)
- Thomas Bruce dit Lord Elgin, né le 20 juillet 1766 dans la résidence familiale de Broomhall House (Fife) et mort le 14 novembre 1841 à Paris, 7e comte d'Elgin et 11e comte de Kincardine, fut un diplomate et militaire britannique, surtout connu pour avoir transporté le décor sculpté du Parthénon d'Athènes à Londres. Thomas Bruce devint Lord Elgin à cinq ans, après les morts de son père et de son frère aîné. Ses études le menèrent à Paris et Dresde. Il commença une carrière militaire, qui resta virtuelle même s'il finit au grade de général en 1837. Il fit surtout une carrière diplomatique d'abord à Vienne, puis Bruxelles et Berlin. Il fut en 1798 approché personnellement par le roi George III qui désirait nommer un ambassadeur auprès de la Sublime Porte à Constantinople. En effet, le Royaume-Uni n'y était alors représenté que par les agents commerciaux de la Levant Company. Lord Elgin quitta la Grande-Bretagne en septembre de l'année suivante avec sa jeune épouse enceinte et une importante suite. L'ambassadeur fut accueilli de façon fastueuse dans la capitale ottomane. Là, il se heurta immédiatement à l'agent de la Levant Company John Spencer Smith et au frère de celui-ci l'amiral William Sidney Smith. Les difficiles relations entre les trois hommes ternirent les négociations autour de l'évacuation de l'Égypte par les troupes françaises et entraînèrent la bataille d'Héliopolis (1800). Avant son départ, Lord Elgin avait été convaincu par l'architecte Thomas Harrison de faire en sorte que son ambassade fût « profitable aux Beaux-Arts en Grande-Bretagne ». Une partie des employés d'Elgin fut embauchée dans ce but. À Athènes, sous la direction de Giovanni Battista Lusieri, ils enlevèrent de l'Acropole entre 1801 et 1805 : sur le Parthénon : 12 statues des frontons, 156 plaques de la frise et 13 métopes ; la frise du temple d'Athéna Nikè et une cariatide de l'Érechthéion. En tout, plus de 200 caisses quittèrent la Grèce. La fin de la vie de Lord Elgin fut marquée par les scandales, les procès et les difficultés financières. Prisonnier de Napoléon, il perdit toute possibilité de poursuivre sa carrière diplomatique. En 1807-1808, après un long procès et un Acte du Parlement, il divorça de sa première épouse Mary Nisbet, après l'infidélité de celle-ci. Surtout, les « marbres Elgin » furent la ruine de ses finances et de sa réputation. Il fut très critiqué pour ses « déprédations » à Athènes par des personnalités telles que Lord Byron. (fr)
- Thomas Bruce, VII conte di Elgin (Broomhall, 20 luglio 1766 – Parigi, 14 novembre 1841), è stato un nobile e diplomatico britannico famoso per aver asportato le sculture di marmo dall'acropoli di Atene, soprattutto dal Partenone e dall'Eretteo, e averle trasportate in Gran Bretagna. Queste opere sono perciò dette marmi di Elgin e costituiscono una parte fondamentale della collezione del British Museum. (it)
- Thomas Bruce, zevende graaf van Elgin, (Broomhall House, Fife, 20 juli 1766 – Parijs, 14 november 1841). Lord Elgin was een rechtstreekse afstammeling van de Schotse koning Robert Bruce. Hij begon zijn carrière in het Britse leger en werkte daarna als diplomaat, van 1792 tot 1795 bij het Oostenrijkse hof in Brussel, daarna in Berlijn. Daar vernam hij persoonlijk van George III dat hij een job aan het Ottomaanse hof in Constantinopel kon "krijgen" als hij maar getrouwd was. Daarom trad hij in 1799 overhaast in het huwelijk met een Schotse lady, de veertien jaar jongere Mary Nisbet. Van 1799 tot 1803 was hij Brits gezant in Constantinopel. Kort na zijn aankomst in Turkije kreeg hij last van een vreemde ziekte die zijn neus bijna volledig wegvrat. Vanaf zijn eerste dag in functie liet hij door een ploeg arbeiders onder leiding van de Italiaanse schilder Giovanni Battista Lusieri opgravingen uitvoeren in Athene (toen nog onder Turkse bezetting) en kunstschatten weghalen, zn. als "studiemateriaal". Zo legde hij, onder het goedkeurend oog van de corrupte lokale overheid, een gigantische kunstverzameling aan van onder meer beeldhouwwerk afkomstig van de Akropolis, ten behoeve van het landhuis dat hij zich in Schotland liet bouwen. Uit documenten blijkt dat hij van de sultan hooguit de toestemming had om tekeningen en afgietsels te maken, niet om alles en nog wat af te breken en weg te halen. In januari 1803 sloot hij zijn ambassade in Constantinopel en keerde terug naar huis. Vanwege diplomatieke spanningen tussen Frankrijk en Engeland werd hij als Brits staatsburger in Parijs gearresteerd en gevangengezet. Toen hij pas in 1806 weer thuis kwam, stelde hij vast dat daar zijn reputatie grote schade had geleden, en dat de knappe lady Elgin er met een ander vandoor was. Bij het transport van zijn "studiemateriaal" vanaf 1802 was een groot deel van de kunstschatten door schipbreuk verloren gegaan, en dat leidde in Engeland tot felle controverse. Met name de dichter Lord Byron brandmerkte hem in zijn Childe Harold's Pilgrimage als cultuurbarbaar. Elgin verdedigde zich door te zeggen dat de Grieken hun schatten nu eenmaal niet konden verdedigen door de Turkse bezetting en dat hij die schatten door zijn "redding" had behoed van verdere vernieling in de strijd tussen Grieken en Turken. "De Grieken", zo liet hij zich ontvallen, "verdienen dit wonderbaarlijke werk niet. Het is mijn goddelijke roeping deze schatten te bewaren voor de eeuwigheid." Niettemin heet het roven van kunstschatten in sommige talen sindsdien "elginisme". Uit geldnood verkocht hij ze in 1816 voor £ 35.500 aan de Britse regering, ver beneden de reële waarde. Sindsdien zijn zij als de Elgin marbles te zien in het British Museum. De hele onderneming heeft Lord Elgin geen geluk gebracht: zijn leven was verwoest, hij was gescheiden, depressief, afschuwelijk verminkt in het aangezicht, en had zijn hele fortuin erdoor gejaagd. Om aan zijn schuldeisers te ontkomen vluchtte hij naar Frankrijk, waar hij in 1841 overleed in Parijs. Zijn oudste zoon, de achtste graaf, kende meer geluk: hij bracht het tot gouverneur van Jamaica en Canada, en diens zoon zelfs tot onderkoning van India. De Elgin marbles zijn tot de dag van heden een permanent onderwerp van onderhandelen tussen de Griekse en de Britse regering. (nl)
- 第7代エルギン伯爵および第11代キンカーディン伯爵トマス・ブルース（英: Thomas Bruce, 7th Earl of Elgin and 11th Earl of Kincardine, PC、1766年7月20日 - 1841年11月14日）は、イギリスの政治家、外交官、陸軍軍人、貴族。パルテノン神殿から浮彫り壁画「エルギン・マーブル」を剥ぎ取って英国に持ち帰った人物として知られる。 (ja)
- Thomas Bruce, 7. hrabia Elgin i 11. hrabia Kincardine (ur. 20 lipca 1766 w Broomhall, zmarły w Fife 14 listopada 1841 roku w Paryżu) – brytyjski dyplomata. W latach 1799-1803 był posłem brytyjskim w Konstantynopolu. Znany jest dziś jako człowiek, który zlecił zdjęcie starożytnych rzeźb (tzw. marmurów Elgina) z ateńskiego Partenonu, które następnie wywiózł do Anglii. Prace te powodowały zniszczenia Partenonu, stosowano bowiem łomy, piły i materiały wybuchowe. Na określenie działalności lorda Elgina w języku francuskim uformował się nawet termin „elginizm” (elginisme) oznaczający rabunkowe pozbawianie historycznych obiektów architektonicznych ozdób rzeźbiarskich. Rabunek marmurów nie przyniósł mu szczęścia – jego pobyt na Bliskim Wschodzie był wyjątkowo pechowy. Od najmłodszych lat Elgin cierpiał na dolegliwości, które dziś uważa się kiłę. Utrata nosa wskutek tej choroby sprawiła, że stał się celem wielu okrutnych żartów, a młoda żona znalazła sobie kochanka. Elgin rozwiódł się z nią w 1807 r., było to jednak skandalem. W 1810 ożenił się z Elżbietą (1790-1860), najmłodszą córką Jakuba Townsenda Oswalda z Dunnikier. W 1810 r. Elgin, doprowadzony do bankructwa kosztami swojego przedsięwzięcia (szacowanymi na £75 000), zmuszony został do zaoferowania Koronie Brytyjskiej marmurów do sprzedaży. Już wówczas legalność i etyczna strona przedsięwzięcia Elgina budziły w Brytanii wątpliwości. Na zalecenie komisji parlamentarnej, marmury zostały zakupione przez Wielką Brytanię w 1816 r. za £35 000, znacznie poniżej poniesionych przez Elgina kosztów. Jego posiadłości były bardzo długo mocno obciążone długiem, dlatego jego syn James Bruce, 8. hrabia Elgin większość życia spędził za granicą. Miał pięcioro dzieci: dwóch synów, w tym: Jamesa, późniejszego gubernatora generalnego Brytyjskiej Kanady i wicekróla Indii, i Fredericka Wright-Bruce, dyplomatę oraz trzy córki. James, podobnie jak ojciec, okrył się niesławą jako europejski barbarzyńca i niszczyciel dzieł sztuki, gdy na jego rozkaz zniszczono Stary Pałac Letni pod Pekinem. (pl)
- Thomas Bruce, 7.° Conde de Elgin e 11.° Conde de Kincardine (Broomhall, Fife, 20 de julho de 1776 — Paris, 14 de novembro de 1841) foi um nobre e diplomata britânico, conhecido pela remoção de esculturas de mármore do Partenon, em Atenas — popularmente conhecidas como Mármores de Elgin. Elgin foi o embaixador britânico para o Império Otomano de 1799 até 1803. Ele tinha grande interesse por antiguidades e ficou chocado ao saber da indiferença com que os governantes turcos tratavam as esculturas gregas, que estavam nas piores condições. Seu motivo ao remover as esculturas foi preservá-las. No processo de remoção dos mármores, ele percebeu que não haveria como retirá-los sem cortá-los em pedaços. Portanto, houve considerável dano na remoção das peças. Até mesmo na época em que viveu, suas ações foram controversas. (pt)
- Thomas Bruce, 7:e earl av Elgin och 11:e earl av Kincardine (Elgin i Moray i Skottland respektive Kincardine i Aberdeenshire i Skottland), född 20 juli 1766 i Broomhall, Fife, död 14 november 1841 i Paris, Frankrike, var en brittisk (skotsk) adelsman och diplomat, känd för bortförandet av marmorskulpturer från Parthenon i Aten - på engelska kallade the Elgin Marbles. Han var far till James Bruce, 8:e earl av Elgin. Elgin var ambassadör i det osmanska riket mellan 1799 och 1803. Han var mycket intresserad av antikviteter och chockerades av de styrande turkarnas ointresse inför skulpturernas förfall. Hans motiv att flytta dem, var att bevara dem, men hans arbetare orsakade stor skada. Även på den tiden var hans handlingar kontroversiella. Elgin la ut enorma belopp, som han aldrig återfick, på att skeppa dem till Storbritannien. Elgins tid i Mindre Asien hade kantats av personlig olycka. Han hade förlorat näsan under ett utbrott av "pest" vilket hade gjort honom ännu mindre tilldragande för sin unga fru än tidigare. På hemfärden, genom Frankrike, tillfångatogs earlen och några i hans sällskap som krigsfångar (krig hade utbrutit sedan de gav sig av hemåt) och kvarhölls i flera månader. De behandlades väl, men lady Elgin fick resa hem utan sin make och inledde en kärleksaffär med en av sina följeslagare. Då Elgin återvände till Storbritannien och inte kunde få British Museum att betala det han krävde för marmorstatyerna, stämde han hustruns älskare på ett högt belopp. Därefter gifte han om sig med en ännu yngre kvinna och bosatte sig på kontinenten. Marmorkonsten ställdes ut och köptes senare av nationen 1816. Wikimedia Commons har media relaterad till Thomas Bruce, 7:e earl av Elgin. (sv)
- Томас Брюс, 7-й граф Элгин и 11-й граф Кинкардин, устар. Эльджин (англ. Thomas Bruce, 7th Earl of Elgin and 11th Earl of Kincardine; 20 июля 1766, , Файф, Великобритания, — 14 ноября 1841, Париж, Франция) — британский дипломат шотландского происхождения, который вывез из турецкой Греции в Великобританию исключительное по культурному значению собрание древнегреческого искусства, ныне известное как мраморы Элгина. Второй сын Чарльза Брюса, 5-го графа Элгина. Дослужился в армии до генеральского чина, но исполнял преимущественно дипломатические должности: был посланником в Берлине и в Константинополе. Вместе с приглашенными им художниками, измерявшими и срисовывавшими для него развалины античных сооружений, Элгин объездил Морею, где в течение десяти лет производил поиски и раскопки. На основании разрешения султана Селима III «забрать из страны любой кусок камня с надписями или изображениями», Элгин вывез в Британию обширное собрание статуй, архитектурных и скульптурных фрагментов, надписей, гипсовых слепков, ваз, бронзы, монет и камей. Вследствие разрыва между Францией и Великобританией Элгин, на обратном пути из Турции, был задержан Наполеоном и получил свободу только в 1806 году. Его собрание, позже сделавшееся известным под названием «Мраморы Элгина» (Elgin Marbles), в двухстах ящиках было отправлено морем в Лондон, причем часть коллекции, арестованная французами, пролежала несколько лет в Пирее и лишь в 1812 году была получена владельцем. Некоторые современники в Британии (среди них лорд Байрон в «Чайльд-Гарольде») упрекали Элгина в том, что он будто бы незаконно вывез и испортил бесценные художественные памятники Эллады; другие уверяли, что он спас эти памятники для человечества от полного уничтожения местным населением, веками растаскивавшим обломки статуй на кладку домов и на известковый раствор. Этот спор длится по сей день. В 1816 году лорд продал свою коллекцию Британскому музею за 35 тысяч фунтов стерлингов (то есть себе в убыток; сам он истратил 39 тысяч). В 1831 году лондонское Общество дилетантов избрало лорда Элгина своим почётным членом . (ru)
- 湯瑪斯·布魯斯，第七代額爾金伯爵與第十一代金卡丁伯爵（英語：Thomas Bruce, 7th Earl of Elgin and 11th Earl of Kincardine；1766年7月20日－1841年11月14日）英國貴族與外交官，以掠奪雅典帕德嫩神廟的大理石雕刻（額爾金大理石雕）聞名。 (zh)
- Томас Брюс, 7-й лорд Елгін і 11-й лорд Кінкердайн (англ. Thomas Bruce, 7th Earl of Elgin and 11th Earl of Kincardine); 20 липня 1766, Файф — 14 листопада 1842, Париж) — британський дипломат, збирач пам'яток давньогрецького мистецтва. (uk)
|
| rdfs:comment
|
- Thomas Bruce, 7. hrabě z Elginu (20. června 1766 – 14. listopadu 1841) byl skotský šlechtic, diplomat, voják a politik. Je znám především kvůli kontroverznímu odvezení mramorových soch (také známých jako Elginovy mramory) z Athénského chrámu v Parthenónu. Na tento akt bývá některými nahlíženo jako na čin kulturního vandalismu a krádeže. Je předmětem desítky let trvajícího sporu mezi Velkou Británií, která Elginovy mramory vystavuje v Britském muzeu v Londýně, a Řeckem, které usiluje o jejich návrat. (cs)
- Thomas Bruce (20 de juliol de 1766 - 14 de novembre de 1841), setè Comte d'Elgin, i 11è Duc de Kincardine, va ser un diplomàtic, militar i arqueòleg anglès. (ca)
- Thomas Bruce, 7-a Grafo de Elgin kaj 11a Grafo de Kincardine (20-a de julio 1766 - 14-a de novembro 1841) estis skota nobelo kaj diplomato, konata ĉar li forprenis marmorajn skulptaĵojn (konataj ankaŭ kiel Elginaj Marmoroj) el la Partenono en Ateno. Li iĝis 7-a Grafo de Elgin jam kvinjaraĝa post sia frato William 6-a Grafo de Elgin, ambaŭ filoj de la 5-a Grafo de Elgin, nome Charles Bruce. Poste li eniris en la armeo kaj iĝis skota reprezentanto el 1790 ĝis 1807. Poste li estis diplomato en Aŭstrio, Belgio kaj Prusio. Poste li estis ambasadoro ĉe la Otomana Imperio inter 1799 kaj 1803. (eo)
- Thomas Bruce, 7. Earl of Elgin, 11. Earl of Kincardine (* 20. Juli 1766; † 14. November 1841 in Paris) war ein britischer Peer, Offizier und Diplomat. Bekannt ist er vor allem wegen der Verbringung archäologischer Kunstschätze aus Griechenland nach Großbritannien („Elgin Marbles“). (de)
- Thomas Bruce Elgin (Elgingo VII. kondea) (Broomhall, Fife, Eskozia, 1766ko uztailaren 20a - Paris, 1841eko azaroaren 14a) britainiar diplomatikoa eta arte-bildumagilea izan zen. Elginen eskulturak izenekoak eskuratu zituelako da ezaguna. Militarra zen, jeneral nagusia. 1790. urtean hasi zen diplomazia-lanetan; Bruselan, Berlinen, Konstantinoplan eta beste zenbait herritan izan zen ordezkari. Frantziatik bere herrira zihoala, hautsi zen; atxilotu egin zuten, eta 1806ra arte ezin izan zuen Ingalaterrara itzuli. (eu)
- Thomas Bruce (Broomhall, Escocia; 20 de julio de 1766-París, 14 de noviembre de 1841), también conocido como el 7.º y 11.º duque de Kincardine, fue un noble, soldado, político y diplomático británico, conocido principalmente por la controvertida adquisición de las esculturas de mármol (conocidas como los Mármoles de Elgin) del Partenón de Atenas. (es)
- Thomas Bruce, 7th Earl of Elgin and 11th Earl of Kincardine FSA Scot (/ˈɛlɡɪn/; 20 July 1766 – 14 November 1841) was a British nobleman, soldier, politician and diplomat, known primarily for the controversial procurement of marble sculptures (known as the Elgin Marbles) from the Parthenon in Athens. (en)
- Thomas Bruce, VII conte di Elgin (Broomhall, 20 luglio 1766 – Parigi, 14 novembre 1841), è stato un nobile e diplomatico britannico famoso per aver asportato le sculture di marmo dall'acropoli di Atene, soprattutto dal Partenone e dall'Eretteo, e averle trasportate in Gran Bretagna. Queste opere sono perciò dette marmi di Elgin e costituiscono una parte fondamentale della collezione del British Museum. (it)
- 第7代エルギン伯爵および第11代キンカーディン伯爵トマス・ブルース（英: Thomas Bruce, 7th Earl of Elgin and 11th Earl of Kincardine, PC、1766年7月20日 - 1841年11月14日）は、イギリスの政治家、外交官、陸軍軍人、貴族。パルテノン神殿から浮彫り壁画「エルギン・マーブル」を剥ぎ取って英国に持ち帰った人物として知られる。 (ja)
- 湯瑪斯·布魯斯，第七代額爾金伯爵與第十一代金卡丁伯爵（英語：Thomas Bruce, 7th Earl of Elgin and 11th Earl of Kincardine；1766年7月20日－1841年11月14日）英國貴族與外交官，以掠奪雅典帕德嫩神廟的大理石雕刻（額爾金大理石雕）聞名。 (zh)
- Томас Брюс, 7-й лорд Елгін і 11-й лорд Кінкердайн (англ. Thomas Bruce, 7th Earl of Elgin and 11th Earl of Kincardine); 20 липня 1766, Файф — 14 листопада 1842, Париж) — британський дипломат, збирач пам'яток давньогрецького мистецтва. (uk)
- Ο Τόμας Μπρους, 7ος Κόμης του Έλγιν (Thomas Bruce, 7th Earl of Elgin, Σκωτία, 20 Ιουλίου 1766 - Παρίσι, 14 Νοεμβρίου 1841) ήταν Βρετανός διπλωμάτης, πρεσβευτής της Βρετανίας στην Οθωμανική Κωνσταντινούπολη. Κατόρθωσε να αφαιρέσει από την Αθήνα το 1803 και το 1812 πολυάριθμα γλυπτά, τα οποία αφαίρεσε από τον Παρθενώνα, από τον ναό της Απτέρου Νίκης και από άλλους αρχαιολογικούς χώρους. Την πράξη του αυτή στιγμάτισαν επιφανείς προσωπικότητες των γραμμάτων και της τέχνης σε όλο τον κόσμο, μεταξύ των οποίων και ο Λόρδος Βύρων (Lord George Gordon Byron VI) στα ποιήματα του «Τσάιλντ Χάρολντ» (Childe Harold's Pilgrimage) και «Κατάρα της Αθηνάς» (The Curse of Minerva). Τα γλυπτά, που έμειναν γνωστά με την ονομασία Ελγίνεια Μάρμαρα, τα αγόρασε από τον Έλγιν η αγγλική κυβέρνηση το 1816 και από τότε (el)
- Thomas Bruce dit Lord Elgin, né le 20 juillet 1766 dans la résidence familiale de Broomhall House (Fife) et mort le 14 novembre 1841 à Paris, 7e comte d'Elgin et 11e comte de Kincardine, fut un diplomate et militaire britannique, surtout connu pour avoir transporté le décor sculpté du Parthénon d'Athènes à Londres. (fr)
- Thomas Bruce, zevende graaf van Elgin, (Broomhall House, Fife, 20 juli 1766 – Parijs, 14 november 1841). Lord Elgin was een rechtstreekse afstammeling van de Schotse koning Robert Bruce. Hij begon zijn carrière in het Britse leger en werkte daarna als diplomaat, van 1792 tot 1795 bij het Oostenrijkse hof in Brussel, daarna in Berlijn. Daar vernam hij persoonlijk van George III dat hij een job aan het Ottomaanse hof in Constantinopel kon "krijgen" als hij maar getrouwd was. Daarom trad hij in 1799 overhaast in het huwelijk met een Schotse lady, de veertien jaar jongere Mary Nisbet. Van 1799 tot 1803 was hij Brits gezant in Constantinopel. (nl)
- Thomas Bruce, 7. hrabia Elgin i 11. hrabia Kincardine (ur. 20 lipca 1766 w Broomhall, zmarły w Fife 14 listopada 1841 roku w Paryżu) – brytyjski dyplomata. W latach 1799-1803 był posłem brytyjskim w Konstantynopolu. Znany jest dziś jako człowiek, który zlecił zdjęcie starożytnych rzeźb (tzw. marmurów Elgina) z ateńskiego Partenonu, które następnie wywiózł do Anglii. Prace te powodowały zniszczenia Partenonu, stosowano bowiem łomy, piły i materiały wybuchowe. Na określenie działalności lorda Elgina w języku francuskim uformował się nawet termin „elginizm” (elginisme) oznaczający rabunkowe pozbawianie historycznych obiektów architektonicznych ozdób rzeźbiarskich. (pl)
- Томас Брюс, 7-й граф Элгин и 11-й граф Кинкардин, устар. Эльджин (англ. Thomas Bruce, 7th Earl of Elgin and 11th Earl of Kincardine; 20 июля 1766, , Файф, Великобритания, — 14 ноября 1841, Париж, Франция) — британский дипломат шотландского происхождения, который вывез из турецкой Греции в Великобританию исключительное по культурному значению собрание древнегреческого искусства, ныне известное как мраморы Элгина. (ru)
- Thomas Bruce, 7.° Conde de Elgin e 11.° Conde de Kincardine (Broomhall, Fife, 20 de julho de 1776 — Paris, 14 de novembro de 1841) foi um nobre e diplomata britânico, conhecido pela remoção de esculturas de mármore do Partenon, em Atenas — popularmente conhecidas como Mármores de Elgin. Elgin foi o embaixador britânico para o Império Otomano de 1799 até 1803. Ele tinha grande interesse por antiguidades e ficou chocado ao saber da indiferença com que os governantes turcos tratavam as esculturas gregas, que estavam nas piores condições. Seu motivo ao remover as esculturas foi preservá-las. No processo de remoção dos mármores, ele percebeu que não haveria como retirá-los sem cortá-los em pedaços. Portanto, houve considerável dano na remoção das peças. Até mesmo na época em que viveu, suas açõ (pt)
- Thomas Bruce, 7:e earl av Elgin och 11:e earl av Kincardine (Elgin i Moray i Skottland respektive Kincardine i Aberdeenshire i Skottland), född 20 juli 1766 i Broomhall, Fife, död 14 november 1841 i Paris, Frankrike, var en brittisk (skotsk) adelsman och diplomat, känd för bortförandet av marmorskulpturer från Parthenon i Aten - på engelska kallade the Elgin Marbles. Han var far till James Bruce, 8:e earl av Elgin. Wikimedia Commons har media relaterad till Thomas Bruce, 7:e earl av Elgin. (sv)
|
