| dbo:abstract
|
- Negombo Fort (Sinhala: මීගමුව බලකොටුව, romanized: Migamuwa Balakotuwa; Tamil: நீர்கொழும்புக் கோட்டை, romanized: Nīrkoḻumpuk Kōṭṭai) was a small but important fort in Negombo, approx. 30 km (19 mi) north of Colombo, that was built by the Portuguese to defend Colombo. In its time the fort at Negombo was probably the next in strategic importance after Colombo, Jaffna and Galle. The original Portuguese fort was a weak structure, which, according to the account of João Ribeyro; "Negombo was only a square enclosed by walls, with two redoubts and five guns. A Captain and a few men, with a Chaplain were stationed there" It was captured by Dutch forces commanded by Philip Lucasz, in February 1640. The Portuguese made several attempts to retake it before they were successful in December 1643. They then strengthened the fortifications and managed to defend the fort until it was recaptured by the Dutch under the command of François Caron, in January 1644. The original bastions were destroyed by the Dutch cannons during the siege of the fort. The Dutch subsequently rebuilt it in 1672 however not on the usual square pattern, but on a pentagonal one, though it had only four bulwarks, the fifth was never constructed (possibly due to the cost). The fort was located on a narrow strip of land between a lagoon and an inlet of the sea. It was surrounded by a dry moat, and the gate was accessed via a drawbridge. In February 1796 it was occupied by the British without opposition. In the late 1800s the British authorities decided to demolish the fort and build a prison in its place, constructed from the stones of the fort. Today all that remains is a section of the eastern rampart with mounds at its northern and Southern ends, where the previous bastions existed, and an recessed arched gateway. Above the gateway is a slab of granite, with the date 1678 inscribed, surmounted by a high decorative gable. The site is still used as a prison by the Department of Prisons. (en)
- Fort Negombo werd gebouwd door de VOC in 1672, op een eiland in een lagune aan de westkust van Ceylon, het huidige Sri Lanka. Op het eind van de 19de eeuw werd het door de Britten grotendeels gesloopt, waarna de stenen gebruikt zijn om een gevangenis te bouwen. Wat men heeft laten staan is de landpoort, met het jaartal 1678, met daaraan vast een stuk van de oostelijke muur, omdat hierop een torentje was gebouwd ter ere van koningin Victoria. Op het eiland stond eerst een Portugees fort, dat werd veroverd door de VOC. Dit fort was groter in omvang, maar de VOC besloot om, net als in Colombo, in plaats daarvan een kleiner maar sterker fort te bouwen. Dit fort was vijfhoekig van vorm met een gracht er om heen met water uit de lagune, en had vier bastions. In Francois Valentijn's beschrijving van rond 1700 worden de bastions aan de zeekant Hoorn en Enkhuizen, en die aan de landzijde Delft en Rotterdam genoemd. Op een kaart uit 1720 heet echter het noordoostelijke bastion Vlaggepunt, het zuidoostelijke Klokkepunt, het zuidwestelijke Colombo punt en het noordwestelijke Nachtpost. In de noordelijke muur zat een knik, waar misschien een vijfde had moeten komen. De hoofdpoort, met in de 18de eeuw een klokkentoren erop, was in de oostelijke muur, en leidde naar een ophaalbrug over de gracht. In de noordwestelijke muur, aan de kant van de zee, was een waterpoort. Binnen het fort bevonden zich barakken, kruitmagazijnen, kaneelpakhuizen en een waterput. Het geheel was nog eens omringd door een houten pallisade vlak tegen de muur aan. (nl)
|
| rdfs:comment
|
- Negombo Fort (Sinhala: මීගමුව බලකොටුව, romanized: Migamuwa Balakotuwa; Tamil: நீர்கொழும்புக் கோட்டை, romanized: Nīrkoḻumpuk Kōṭṭai) was a small but important fort in Negombo, approx. 30 km (19 mi) north of Colombo, that was built by the Portuguese to defend Colombo. In its time the fort at Negombo was probably the next in strategic importance after Colombo, Jaffna and Galle. The original Portuguese fort was a weak structure, which, according to the account of João Ribeyro; (en)
- Fort Negombo werd gebouwd door de VOC in 1672, op een eiland in een lagune aan de westkust van Ceylon, het huidige Sri Lanka. Op het eind van de 19de eeuw werd het door de Britten grotendeels gesloopt, waarna de stenen gebruikt zijn om een gevangenis te bouwen. Wat men heeft laten staan is de landpoort, met het jaartal 1678, met daaraan vast een stuk van de oostelijke muur, omdat hierop een torentje was gebouwd ter ere van koningin Victoria. (nl)
|
